Het is slecht gesteld met de duidelijkheid van financiële informatie. Eén op de vijf jongvolwassenen (18-35 jaar) geeft aan weleens een fout te hebben gemaakt doordat een financiële term verkeerd werd begrepen. Slechts 22% begrijpt altijd alles van de brieven die ze krijgen van organisaties zoals de Belastingdienst of een energieleverancier. En 42% denkt dat er expres moeilijke termen worden gebruikt.
Dat blijkt uit een onderzoek van SNS Bank, dochter van de Volksbank. Maar liefst 71% van de Nederlandse jongvolwassenen gaat naar Google om het antwoord te vinden als ze financiële begrippen niet kennen. Maar ook vrienden en familie zijn een belangrijke bron. Uit het onderzoek blijkt dat 40% nog afgelopen maand bij iemand heeft aangeklopt om uitleg te krijgen over een onbekende financiële term. Vooral vaktermen (67%) en onduidelijke, lange zinnen (39%) worden als struikelblok aangewezen. Slechts 12% gaat terug naar de bron van de informatie om meer uitleg te vragen.
Taal vormt barrière
Onbegrijpelijke taal zorgt voor financiële ongelijkheid, concludeert SNS Bank. Taal mag geen barrière vormen in toegang tot financiële informatie. Taal moet juist verbinden, aldus Marieke Tiesinga, adviseur Maatschappelijke Impact bij SNS. Deze bank biedt scholen al gratis lesmateriaal over geld aan. En naar aanleiding van het onderzoek heeft SNS per direct een meldpunt geopend waar consumenten onbegrijpelijke taal van SNS kunnen melden: ditbegrijpikniet@sns.nl.
Prijsstijgingen
De persoonlijke financiën van jongvolwassenen zien er momenteel niet al te rooskleurig uit. Gemiddeld geven de respondenten die een 6,7. Eén op de zes geeft aan onvoldoende grip te hebben op de persoonlijke situatie en 28% vindt het spannend of zij er financieel uitkomen na de jaarrekening van de energieleverancier.
De helft van de Nederlandse jongvolwassenen heeft afgelopen tijd al bespaartips toegepast om er beter voor te kunnen staan. Bijna driekwart is bang voor de (nog verder) stijgende prijzen en 38% volgt minder het nieuws vanwege alle negatieve financiële berichten.
Autonoom
Desondanks komt er nog geen grote hulpvraag op gang naar de instanties. Slechts 1 op de 6 jongvolwassenen zou willen dat er iemand is om hen te helpen. Jongvolwassenen blijven autonoom en willen zelf aan de slag kunnen. Maar wel met duidelijke taal.
Bron: SNS
