DNB: huizenprijs heeft grote invloed op Nederlandse consumptie

DNB: huizenprijs heeft grote invloed op Nederlandse consumptie
© Pixabay

Nederland behoort tot een groep landen met een relatief sterk verband tussen huizenprijzen en particuliere consumptie. De sterkte van dit verband hangt vooral samen met de relatieve omvang van het aandeel eigenwoningbezitters met een hypotheek. Dit suggereert dat de institutionele verschillen tussen hypotheekmarkten, zoals verschillen in de fiscale behandeling van de hypotheekrentelasten, waarschijnlijk in belangrijke mate bepalen waarom de relatie tussen huizenprijzen en particuliere consumptie in het ene land zoveel sterker is dan in het andere. Dit blijkt uit een internationaal vergelijkende analyse, aldus DNB.

Een huis is voor de eigenaren vaak het belangrijkste onderdeel van het vermogen. Sinds de eeuwwisseling hebben de huizenprijzen in Nederland sterke veranderingen laten zien. Dit roept de vraag op hoe deze schommelingen de particuliere consumptie hebben beïnvloed.

Verschillende kanalen
Het effect van huizenprijsstijgingen op de particuliere consumptie loopt via verschillende kanalen. Ten eerste stelt de economische theorie, de zogenoemde permanente inkomenshypothese, dat huishoudens hun consumptiebeslissingen op hun totale (zowel huidige als toekomstige) inkomensstromen baseren. Dit impliceert dat een permanente stijging van de huizenprijzen voor huiseigenaren tot een toename van consumptie zou moeten leiden, aangezien een toename in de waarde van iemands vermogen zijn toekomstige inkomensstromen verhoogt (vermogenseffect). Ten tweede vergemakkelijkt een huizenprijsstijging via een hogere waarde van het onderpand de toegang van huiseigenaren tot (hypothecair) krediet. Dit stelt hen in staat om meer te lenen en daarmee hun consumptie te verhogen (onderpandeffect). Daarnaast kunnen huizenprijsstijgingen de consumptie ook beïnvloeden via een positief effect op het consumentenvertrouwen (vertrouwenseffect).

Het verband tussen de ontwikkelingen van de reële huizenprijs en de reële consumptie is voor elf ontwikkelde landen onderzocht voor de jaren 1995-2016. Twee groepen landen kunnen worden onderscheiden. In de eerste groep landen bestaat een relatief sterke relatie tussen particuliere consumptie en de huizenprijzen; Nederland, Zweden, Ierland, Spanje, de VS, en het VK behoren hiertoe. In de tweede groep landen is deze relatie relatief zwak of zelfs geheel afwezig. Italië, Frankrijk, België, Oostenrijk en Portugal behoren tot de tweede groep.

Consumptiegroei is te herleiden tot groei huizenprijs
De voor Nederland gevonden relatie suggereert dat een stijging (daling) van de reële huizenprijzen van 1% op korte termijn gepaard gaat met een stijging (daling) van de reële particuliere consumptie van 0,18%. In de periode tussen 2000 en 2008 is in Nederland de gemiddelde reële huizenprijs met 24% gestegen. In de zes jaar daarna volgde onder invloed van de financiële crisis een daling van de reële huizenprijs met weer 24%. Vanaf 2014 is de reële huizenprijs gestaag gestegen. De voor Nederland gevonden relatie tussen de reële huizenprijs en de reële consumptie impliceert dat ruim 40% van de cumulatieve consumptiegroei sinds 2014 (rond 6%) kan worden toegeschreven aan de toename van de reële huizenprijs.

Hypotheekmarkten
Verschillen tussen nationale hypotheekmarkten spelen waarschijnlijk een belangrijke rol bij de verklaring van de verschillen tussen landen. Eerder onderzoek van de OESO laat zien dat de relatie tussen huizenprijzen en particuliere consumptie vermoedelijk sterker is in landen waar financiële markten relatief gemakkelijk toegang bieden tot hypotheekmarktfinanciering (bijvoorbeeld door hoge loan-to-value ratio’s) en tot financiële producten die het verzilveren van de overwaarde vergemakkelijken. Bovendien versterken regelingen zoals aftrekmogelijkheden van de hypotheekrentelasten en belastingvrijstelling van huizenvermogen waarschijnlijk het effect van huisprijsstijgingen op de consumptie, omdat ze een hoge(re) schuldopbouw faciliteren. Tijdens een opleving met stijgende huizenprijzen kunnen regelingen die toegang tot liquiditeit faciliteren voor een grotere consumptierespons zorgen. Tegelijkertijd zijn huiseigenaren met hoge schulden kwetsbaarder voor dalende huizenprijzen, die kunnen leiden tot onderwaterhypotheken en neerwaartse bijstellingen van de consumptie. Dit versterkt het boom-bust karakter van een economie.

Bron: DNB-bulletin

www.findinet.nl/newsletter/
Klik op de banner en ontvang de wekelijkse Nieuwsbrief van Findinet op proef.

GEEN REACTIES