Consumentenbond: adviseur moet al in eerste contact provisie-info geven

copyright Pixabay

Verzekeringsadviseurs zouden bij voorkeur al in hun eerste contact met een klant het gemiddelde bedrag of percentage wat zij aan provisie ontvangen, duidelijk moeten maken.

Dat stelt Olof King, directeur Belangenbehartiging van de Consumentenbond, in een reactie op de internetconsultatie omtrent aanpassingen in de Wft. In die aanpassingen werkt Minister Hoekstra onder meer voorstellen uit op het vlak van provisietransparantie. Volgens de Consumentenbond schiet deze uitwerking tekort, aldus King in de brief. ‘Het doet geen recht aan de oorspronkelijke ideeën en is nu slechts een (te) kleine stap in de goede richting.’

Het uitgangspunt van de voorgestelde verandering, van passief informeren naar actief informeren, komt volgens de bond onvoldoende terug in de plannen. In de voorstellen wordt uitgegaan van een verplichting tot het noemen van een gemiddelde bedrag of percentage, uiterlijk tegelijk met het advies, maar dat is volgens de Consumentenbond te laat en te weinig concreet. ‘De klant heeft de keus dan al gemaakt. Het gaat er om dat de consument vanaf het begin alert wordt gemaakt op het feit dat hij indirect kosten betaalt, dat deze per adviseur kunne verschillen en dat er dienstverlening tegenover moet staan.’ ‘De gemiddelde provisie noemen moet en kan echter wat de Consumentenbond betreft al bij het eerste adviescontact en kan daarnaast in de schriftelijke en website informatie van de adviseur worden opgenomen.’

Verder vindt de Consumentenbond het ‘ongewenst’ dat er een mogelijkheid is om de gemiddelde provisie als percentage te geven. ‘Een gemiddeld bedrag zegt al weinig, maar een percentage zegt de consument helemaal niets. Een percentage is veel te vaag en geeft consumenten geen houvast over de werkelijk te betalen provisie.’ Specifieke informatie in euro’s zal de consument volgens de bond meer aanzetten tot de vraag wat hij daarvoor kan verwachten. ‘Ook gedurende de looptijd van de verzekering. En dat was het uitgangspunt bij het begin van de voorstellen.’

Daarnaast vindt de Consumentenbond de mogelijkheid voor klanten om zelf naar het provisiebedrag in euro’s te vragen, juist een vorm van passieve in plaats van actieve transparantie. ‘Dat levert de consument dus niks extra’s op’, stelt Olof King namens de belangenbehartiger. Omdat het voor adviseurs dus blijkbaar wel mogelijk is om het bedrag in euro’s te noemen, vraagt hij zich af ‘waarom deze verplichting dan niet is ingebouwd in een verplichting tot actieve, precontractuele levering van die informatie’.

Aan het verzoek tot consultatie hebben tot nu toe verder enkele adviseurs (anoniem) gehoor gegeven. Deze zijn zonder uitzondering negatief over het voornemen van Minister Hoekstra om meer provisietransparantie in te voeren. Een adviseur uit Maassluis legt uit dat je naar het totaalplaatje omtrent de provisie en de inspanningen van de adviseur moet kijken. Wanneer je voor sommige verzekeringen veel moet doen als adviseur en maar weinig provisie krijgt, is het volgens hem gerechtvaardigd dat je daar bij andere verzekeringen voor kan worden gecompenseerd. Hij vindt passieve transparantie omtrent provisie ver genoeg gaan.

Een adviseur uit Rheden noemt het een ‘oplossing voor een niet-bestaand probleem’ aangezien klanten hem nog nooit hebben gevraagd naar provisiebedragen. ‘Consumenten zijn er helemaal niet mee geholpen. Men ervaart alle formularia en informatievoorziening eerder als overlast’. Hij stelt dat je als adviseur gewoon naar beste weten en zo integer mogelijk advies moet geven. Verder wijzen meerdere adviseurs erop dat er bij veel andere sectoren in het geheel geen inzicht is over provisiestromen, bijvoorbeeld retail, en dat daar geen transparantie wordt voorgeschreven. De adviseurs ervaren het als oneerlijk dat hun beroepsgroep er nu uit wordt gepikt.

Het Verbond van Verzekeraars en Adfiz hebben nog niet hun reactie geplaatst. Reageren kan nog tot medio augustus.

GEEN REACTIES