Commissie: Daadwerkelijk aflossen hypotheek niet verplicht

Gelijke behandeling voor bestaande en nieuwe hypotheken; vermindering hypotheekrenteaftrek wordt gecompenseerd door lagere IB-tarieven.

De Commissie inkomstenbelasting en toeslagen (Commissie Van Dijkhuizen) ziet mogelijkheden om de tarieven voor de inkomstenbelasting te verlagen, meer werk te creëren en de huizenmarkt weer op gang te brengen. Volgens de belastingcommissie kan dat door de opbrengsten van lastenverzwarende maatregelen (door het schrappen van aftrekposten) die zij voorstelt direct weer voor 100% terug te geven in de vorm van tariefverlaging.

De commissie vindt dat de eigen woning fiscaal minder sterk moet worden gefacilieerd en dat aflossen van hypotheekschuld gestimuleerd moet worden. Alleen dan ontstaat meer vertrouwen in de markt en zullen kopers en bouwers weer risico durven nemen.

Daarom adviseert de commissie de volgende maatregelen voor de komende kabinetsperiode:

  • Voor nieuwe en bestaande hypotheken wordt aflossen gestimuleerd. De hypotheekrenteaftrek blijft als principe overeind. Wel wordt gedurende de looptijd de aftrekbaarheid van de rente geleidelijk teruggebracht via een dertigjarig forfaitair-annuïtair schema. Dit schema ligt vast gedurende de looptijd en gaat uit van de woningschuld op het moment van aangaan van de schuld. Er is geen verplichting om daadwerkelijk af te lossen.
  • De vrijstelling voor de uitkeringen uit kapitaalverzekering eigen woning en vergelijkbare regelingen wordt voor nieuwe hypotheken afgeschaft. Het wordt dus niet langer mogelijk om enerzijds een hoge woningschuld te houden en anderzijds belastingvrij kapitaal op te bouwen.
  • Het eigenwoningforfait en de hypotheekrenteaftrek worden tegen het tarief van de nieuwe eerste schijf, 37 procent, in de heffing betrokken.
  • De overdrachtsbelasting op woningen wordt afgeschaft.
  • De rente over de restschuld die na verkoop van een woning ontstaat, wordt gedurende een periode van twaalf jaar fiscaal aftrekbaar. Bovendien komt er een garantieregeling (vergelijkbaar met NHG) voor deze restschulden, waardoor banken sneller een lening zullen verstrekken aan kopers met een restschuld. Deze garantieregeling wordt gefinancierd door een beperkte opslag op de hypotheekrente.
  • Deze maatregelen hebben het grootste effect op mensen met een inkomen in de huidige vierde schijf. De opbrengst, na aftrek van de kosten van het afschaffen van de overdrachtsbelasting, wordt dan ook mede gebruikt om het tarief van de nieuwe tweede schijf te verlagen van 52 naar 49 procent.

Huur

Om het evenwicht tussen huur en koop te herstellen en om te voorkomen dat lastenverzwaring voor kopers via tariefverlaging weglekt naar huurders doet de commissie ook voorstellen voor de huursector:

  •  Het woningwaarderingsstelsel wordt afgeschaft. De maximaal redelijke huur wordt vastgesteld op 4,5 procent van de WOZ-waarde. De huren voor zittende huurders gaan ieder jaar met twee procentpunt boven de inflatie omhoog totdat de huur het niveau van 4,5 procent van de WOZ-waarde bereikt. Voor huurders met een inkomen boven 43.000 euro bedraagt de maximale jaarlijkse huurstijging vijf procentpunt boven de inflatie.
  •  De extra huuropbrengst ten gevolge van bovenstaande verhoging wordt volledig afgeroomd door de verhuurdersheffing, die deels wordt gebruikt voor de financiering van de huurtoeslag en voor het overige wordt teruggesluisd via de genoemde verlaging van de tarieven van box 1 van de loon- en inkomstenbelasting.
  • De systematiek van de huurtoeslag blijft ongewijzigd. Door de extra huurverhoging stijgt de toeslag.

De commissie is nog niet klaar met haar werk, maar heeft in verband met de kabinetscrisis een tussentijds rapport gepubliceerd. Het is de bedoeling dat het nieuwe kabinet hiermee aan de slag gaat. De commissie geeft in dit tussentijds rapport aan welke maatregelen in de komende kabinetsperiode getroffen moeten worden.

GEEN REACTIES