Ondanks de economische problemen vanwege de Covid-19-uitbraak, ziet ABN Amro nog geen aanleiding om voorzieningen te treffen voor slechte hypothecaire kredieten.
Dat blijkt uit het halfjaarrapport dat de bank vandaag publiceerde. Op een portefeuille van 146 mrd euro trof ABN Amro een voorziening voor hypotheken van slechts 3 mln euro, zelfs nog wat minder dan dezelfde periode vorig jaar. Wel heeft de bank, net als ING, voor de retailtak een algemene voorziening getroffen (bijna 70 mln euro) als gevolg van de verslechterende economische omstandigheden.
Het deel van de portefeuille dat te maken heeft met vertraagde betaling van rente en aflossing bleef in het tweede kwartaal gelijk, vergeleken met het eerste kwartaal en is zelfs nog wat lager dan vorig jaar. Het gaat om 0,7% van de portefeuille, ofwel om een leningenbedrag van ruim 1 mrd euro. De gemiddelde LTV van de Nederlandse portefeuille kwam net als het eerste kwartaal uit op 63% (eind vorig jaar nog 64%). Zonder NHG-leningen bedraagt de LTV 61%.
De nieuwe hypotheekproductie steeg in het tweede kwartaal met ruim 11 procent (vergeleken met het eerste kwartaal) naar 3,7 mrd euro. Volgens de bank bleef het marktaandeel in het tweede kwartaal stabiel op 15%. Deze prestatie komt dan waarschijnlijk op het conto van intermediairpartij Florius, omdat adviesbureau IG&H stelde dat ABN Amro Bank 0,7% marktaandeel was kwijtgeraakt vergeleken met het eerste kwartaal. Vergeleken met vorig jaar ligt het (ook volgens ABN Amro zelf) het marktaandeel duidelijk lager. Desondanks is de bank nog steeds de tweede hypotheekpartij in Nederland. Florius staat op plek 10.
