Aantal slachtoffers zwaar illegaal vuurwerk stijgt fors

Aantal slachtoffers zwaar illegaal vuurwerk stijgt fors
© Alexander Fox | PlaNet Fox, Pixabay

Afgelopen jaarwisseling zijn er in totaal 1.253 vuurwerkslachtoffers geteld. Dat is een stijging van 62 procent ten opzichte van een jaar geleden, toen er nog een landelijk vuurwerkverbod gold vanwege corona. En het zijn er vrijwel net zo veel als bij de laatste jaarwisseling toen er geen beperkende maatregelen golden, die van 2019-2020.

Vergeleken met de jaarwisseling 2019-2020 is wel een stijging te zien van het aantal slachtoffers van zwaar illegaal vuurwerk: van 17 naar 24 procent, een toename van 7 procentpunt.

Dit meldt kenniscentrum VeiligheidNL, dat een inventarisatie opstelde samen met NVSHA (beroepsvereniging van spoedeisende-hulpartsen), InEen (branchevereniging van organisaties in de eerstelijnszorg) en NVT (Ned. vereniging voor Traumachirurgie).

Lokaal verbod nutteloos

Dit jaar hadden 12 gemeenten een lokaal vuurwerkverbod ingesteld. Het ziet er echter niet naar uit dat dit heeft geleid tot minder slachtoffers, zeggen de gezamenlijke organisaties.

Van de 1.253 slachtoffers zijn er 389 behandeld op de Spoedeisende Hulp en 864 op de huisartsenposten. Van hen was 18 procent onder de 12 jaar. Iets minder dan de helft van de kinderen had het vuurwerk zelf afgestoken. Heel jonge kinderen hebben vaak letsel doordat zij in een onbewaakt ogenblik naar het vuurwerk grijpen dat door ouders wordt vastgehouden.

Bijna helft slachtoffers is omstander

Naast jonge kinderen zijn vooral jongens van 12 tot en met 15 jaar en mannen van 20 tot en met 29 jaar slachtoffer van vuurwerk. Letsel bij de 12- tot en met 15-jarigen werd vooral veroorzaakt door knalvuurwerk en vuurpijlen (38 procent). Bij de mannen tussen 20 en 29 ontstond dit vooral door zwaar illegaal vuurwerk (23 procent), maar ook door legaal consumentenvuurwerk (21 procent). In 46 procent van de gevallen was een slachtoffer omstander van vuurwerk.

Amputaties

De meest voorkomende letsels op de Huisartsenposten en Spoedeisende Hulp waren evenals in voorgaande jaren brandwonden (42 procent) en oogletsels (25 procent). Slechts 9 procent van alle slachtoffers droeg een vuurwerkbril. Ook veroorzaakten vuurwerkongevallen een tiental amputaties, van een of meerdere vingers.

Verzuimkosten geschat op 3,9 miljoen

Een eerste indicatie van de direct medische kosten en verzuimkosten gerelateerd aan de behandeling van vuurwerkletsel op de Spoedeisende Hulp is geschat op 3,9 miljoen euro. Vorig jaar was dit 2,6 miljoen euro.

Alcohol

Voor het eerst hebben de organisaties gekeken wat de invloed is van alcohol bij vuurwerkslachtoffers. Overmatig alcoholgebruik blijkt bij bijna één op de vijf vuurwerkslachtoffers van 16 jaar of ouder een rol te hebben gespeeld.

Ook de weersomstandigheden tijdens de jaarwisseling hadden invloed op het ontstaan van letsel. De harde wind zorgde ervoor dat afgestoken vuurwerk plotseling van richting kon veranderen; vooral omstanders waren hier de dupe van.

Verbod knalvuurwerk en losse vuurpijlen werkt

Al sinds 2020 is een verbod op knalvuurwerk en losse vuurpijlen van kracht, maar het effect hiervan was tot dit jaar niet meetbaar wegens het algehele vuurwerkverbod in de afgelopen twee jaar. Over dit jaar blijkt dat knalvuurwerk en vuurpijlen inderdaad een kleiner deel van de slachtoffers op de Spoedeisende Hulp hebben veroorzaakt (20 procent) dan de laatste jaarwisseling waarin dit vuurwerk nog was toegestaan (31 procent).

Zoals gemeld werd bijna een kwart van het aantal ongevallen veroorzaakt door zwaar illegaal vuurwerk. Het gebruikelijke particuliere vuurwerk (F2-vuurwerk) leverde 22 procent van de ongevallen op. En opvallend genoeg steeg ook het aantal slachtoffers van F1-vuurwerk (het zogeheten fop- en schertsvuurwerk, dat ook binnenshuis te gebruiken is) van 1 procent naar 7 procent.

Bron: VeiligheidNL

GEEN REACTIES