Geldverstrekkers zouden het inkomen van zelfstandige ondernemers bij een hypotheekaanvraag op een uniforme manier vast moeten stellen, en dit bij voorkeur laten doen door een onafhankelijke expert. Want het vaststellen van het inkomen en de acceptatie van hypotheken zijn twee aparte trajecten. En de keuze voor een geldverstrekker mag natuurlijk niet afhangen van de hoogte van het vastgestelde inkomen. Dit stelt Menno Luiten, Commercieel Directeur van Munt Hypotheken, in een column op de website.
Luiten haakt in op een artikel in Trouw, waarin Hans André de la Porte van de Vereniging Eigen Huis stelde dat er nog een grote kloof “tussen de realiteit van de bank of de hypotheekadviseur en die van de zzp’er. Zo verdienen zzp’ers onregelmatig omdat ze de ene maand meer opdrachten hebben dan de andere. Dit is iets waar geldverstrekkers moeilijk mee kunnen omgaan.”
Tijdrovend proces
“Het inkomen van een zelfstandige wordt bij een hypotheekaanvraag doorgaans vastgesteld door de hypotheekadviseur of door de geldverstrekker. Voor het intermediair is dit een tijdrovend en ingewikkeld proces. Je moet immers weten hoe je een jaarrekening moet lezen en wat je tot het inkomen kunt rekenen en wat niet.
“Geldverstrekkers kunnen dit inkomen ongetwijfeld gemakkelijker bepalen, maar hier speelt de vraag of het handig is dat zij het doen. Ze verstrekken immers ook de hypotheek en hebben dus dubbele belangen.” Een ondernemer die shopt bij verschillende hypotheekverstrekkers krijgt offertes met verschillende vastgestelde inkomens. Zo kan hij op basis van dezelfde cijfers bij de ene wel en bij de andere niet in aanmerking komen voor een hypotheek.
Volgens Luiten wordt om die reden bij Munt Hypotheken altijd een onafhankelijk expert ingeschakeld voor de bepaling van het inkomen. “Het vaststellen van de hoogte van dat inkomen speelt verder geen rol meer bij de acceptatie van de zaak. En zo hoort het ook.”
