(Findinet) Zware tijden verzekeringsmarkt: feiten en cijfers

De eurocrisis heeft vorig jaar de Nederlandse verzekeringssector hard geraakt. Vooral levensverzekeraars boekten slechte resultaten.

Dat komt door de economische krimp in combinatie met een lage rente, stagnerende woningmarkt en lagere beurskoersen. Tegelijkertijd zorgden nieuwe initiatieven, waaronder het verkorten van de contracttermijnen, voor meer dynamiek op de consumentenmarkt. Dat blijkt uit het financieel jaarverslag opgesteld door het Centrum voor de Verzekeringsstatistiek (CVS), het statistisch bureau dat deel uitmaakt van het Verbond van Verzekeraars.

Woningmarkt in het slop

Het premievolume van de totale individuele levenmarkt daalde ten opzichte van 2010 met 11 procent tot 12,5 miljard euro, zo blijkt uit het jaarverslag. De sterkste teruggang van alle productgroepen was te zien bij de hypotheekgerelateerde verzekeringen: het aantal nieuw verkochte polissen liep daar met 22 procent terug tot 74.000, een duidelijk teken dat de woningmarkt verder in het slop raakte. Ook het resultaat van levensverzekeraars verslechterde vorig jaar; op elke euro ingelegde premie werd 11 cent verloren tegen een negatief resultaat van 5 procent in 2010. Levensverzekeraars reageerden op deze ontwikkeling met kostenreductie-programma’s, vermindering van de blootstelling aan risico’s bij beleggingen en een toenemend aanbod van bankspaarproducten via dochterondernemingen.

Brandpremies gedaald

Van oudsher zijn schadeverzekeraars minder gevoelig voor conjuncturele schommelingen, al bleef deze sector er in 2011 ook niet geheel van gevrijwaard. De markt voor schadeverzekeringen is verzadigd en wordt gekenmerkt door hevige concurrentie. Nieuwe initiatieven, zoals de verkorting van contracttermijnen, maar ook de opmars van vergelijkingssites, droegen daar vorig jaar hun steentje aan bij. Consumenten profiteerden via scherpe verzekeringspremies, zoals bij brand- en inboedel, waar de gemiddelde premie daalde van 168 tot 139 euro. De gemiddelde autopremie steeg in het eerste kwartaal naar 354 euro (was 322 euro), maar bleef vervolgens vrijwel stabiel op het nieuwe niveau.

De Nederlandsche Bank sprak haar blijvende zorg uit over de aansprakelijkheidspremies voor motorrijtuigen en vroeg een aantal verzekeraars hoe zij omgaan met een niet-kostendekkende premie. Het premievolume van schadeverzekeraars in totaal (zakelijk en particulier) steeg licht tot 13,3 miljard euro, maar bleef achter bij de inflatie, waardoor er toch sprake was van een reële teruggang. Op een euro premie werd gemiddeld zeven cent verdiend, onder meer dankzij vrijval van voorzieningen en meevallende herverzekeringskosten.

Zorgverzekeringen, meer dynamiek

Ook in de zorgmarkt shopte de consument meer. In totaal stapte één op de achttien verzekerden over op een andere zorgverzekering; in 2010 was dat nog één op de 25.

Ziektekostenverzekeraars hadden verder, net als voorgaande jaren, te maken met toenemende zorgkosten. Na de introductie van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel behaalden ze in 2009 voor het eerst een positief resultaat, dat sindsdien gering, maar stabiel is gebleven en ook in 2011 tussen de één en twee procent bleef.

Bij inkomensverzekeringen is het premievolume stabiel gebleven, maar zette de tendens van het dalend resultaat, door een stijgende schadelast en toenemende concurrentie, zich voort. Het resultaat kwam uiteindelijk net boven de nullijn uit.

Solvabiliteit licht dalend

De kapitaalbuffers van verzekeraars lieten voor het tweede achtereenvolgende jaar een licht dalende trend zien, maar bevonden zich eind 2011 met een ratio van 239 procent in de levenbranche en 252 procent in de schade- en zorgsector nog ruim boven de wettelijk voorgeschreven buffer (100 procent).

GEEN REACTIES