Een meevaller voor verzuimverzekeraars. Het ziekteverzuim bij Nederlandse bedrijven en organisaties kwam in het eerste kwartaal van 2019 licht lager uit op 4,7%.
In dezelfde periode vorig jaar bedroeg het verzuim 4,9%. Dat blijkt uit statistieken van het CBS. De daling komt volledig voor rekening van grote bedrijven en instellingen, met meer dan 100 werknemers. Daar daalde het verzuim van 5,9% naar 5,6%. Het ziekteverzuim bij kleine en middelgrote bedrijven bleef gelijk op respectievelijk 1,8% en 4%.
De daling van 0,2 procentpunt is echter nog te weinig om het niveau van 2017 te halen, toen het verzuim in het eerste kwartaal uitkwam op 4,3%. Desalniettemin is het een opsteker voor verzekeraars, omdat het de daling mogelijk een keerpunt is nadat in de afgelopen kwartalen het verzuim telkens toenam. Mogelijk spelen de maatregelen die verzekeraars hebben genomen (premieverhogingen, eigen risico, etc.) daarbij een rol. Ook de groeiende populariteit van vitaliteitsprogramma’s bij vooral grotere bedrijven werpen mogelijk vruchten af.
De branche met het hoogste verzuim blijft de verpleegzorg, hoewel het daar in het eerste kwartaal wel flink afnam, van 7,7% naar 7,2%. Ook in de ziekenhuis- en welzijnszorg daalde het verzuim. Dat geldt eveneens voor een andere grote branche, het onderwijs met een daling van 5,9% naar 5,5%. De cijfers zijn in zekere zin opmerkelijk omdat juist in deze sectoren een enorme krapte is aan personeel en werknemers te maken hebben met een hoge werkdruk.
In enkele sectoren nam het verzuim overigens toe, bijvoorbeeld de schoonmaak, de detailhandel en de horeca. In de financiële sector blijft het verzuim aan de lage kant: een daling van 3,3% naar 2,8%.
Bron: CBS
