Wijzigingen in consultatie vakbekwaamheid, zorg aparte module

Geen diplomaplicht voor adviseurs in betaal- en spaarproducten, andere PE-toetsregels en diploma zelf kan geldigheid niet verliezen.

Dat zijn de belangrijkste veranderingen die meegenomen moeten worden in de beoordeling van het consultatiedocument eind- en toetstermen.

Bij de samenstelling van het consultatiedocument was nog geen rekening gehouden met de reacties op de Bgfo-consultatie. Het ministerie van Financiën heeft alsnog naar aanleiding van die reacties het vakbekwaamheidsbouwwerk aangepast.

De activiteit ‘adviseren’

Marktbreed is gewezen op de onduidelijke grens tussen klantmedewerkers die adviseren en die de klant informeren. Alleen voor de eerste groep komt een individuele diplomaplicht. Het pleidooi om in de Wft zelf die onduidelijkheid weg te nemen wordt niet gehonoreerd. Wel zegt het ministerie toe in de nota van toelichting op het Bgfo hieraan aandacht te besteden en de term ‘adviseren’ te verduidelijken. De definitie zelf wordt dus niet aangepast.

Spaar- en betaalproducten

Alsnog is besloten om de vrijstellingsregeling voor adviseurs in spaar- en betaalproducten te handhaven. Dat geldt ook voor de daaraan verbonden betaal- en spaarfaciliteiten. Het diploma ‘sparen en betalen’ wordt gewijzigd in diploma Wft basis.

Zorgmodule

Er komt een nieuwe module zorgverzekeringen. Tot nu toe maakt die onderdeel uit van de module schade en in het consultatievoorstel van schade particulieren. Door het creëren van een aparte module worden medewerkers van zorgverzekeraars niet onnodig belast met niet ter zake doende kennis uit de module schade particulier.

Gevolmachtigd agent

In de nota van toelichting wordt verduidelijkt welke medewerkers bij een (onder)gevolmachtigd agent moeten voldoen aan de individuele diplomaplicht. Die geldt voor personen die de dagelijkse leiding hebben binnen de organisatie.

Combinaties

In het BGfo-concept is aangegeven met betrekking tot welke financiële producten geadviseerd mag worden indien de advisering wordt gecombineerd met het onderwerp waarvan men een diploma heeft. Nieuw is dat de adviseur consumptief krediet ook mag adviseren over overlijdensrisicoverzekeringen indien dit advies wordt gecombineerd met advies over consumptief krediet. De adviseur inkomen mag adviseren over ongevallenverzekeringen indien dit advies wordt gecombineerd met advies over inkomensverzekeringen.

PE

De PE-toets wordt gehandhaafd. Wel verdwijnt de tijdspanne tussen 18 en 36 binnen de periodes van drie jaar waarin een examen afgelegd moet worden. Er komt een contonue systeem met individuele intervallen van 36 maanden. Dit betekent dat een individuele diplomahouder pas uiterlijk 36 maanden later na het behalen van het initiële diploma met goed gevolg een PE-examen hoeft te behalen. Wel blijft de eis bestaan dat kennis over de laatste actuele ontwikkelingen wordt geborgd door het bedrijfsvoeringsmodel van de financiële onderneming.

Diploma zelf kan nooit vervallen

Diplomahouders die niet aan hun PE-verplichtingen hebben voldaan krijgen de kans hun diploma te doen ‘herleven’. Zo kan bijvoorbeeld een diplomahouder die er vijf jaar tussen uit is geweest zijn diploma geldig maken door een PE-inhaalexamen met goed gevolg af te leggen. Dit betekent derhalve ook dat in het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk het diploma zelf nooit kan vervallen. Zolang echter de diplomahouder niet aan zijn PE-verplichting heeft voldaan, is hij niet bevoegd als adviserend klantmedewerker op te treden.

Teleurgesteld

Als de reacties op de consultatie zich tot deze onderwerpen zullen veel organisaties teleurgesteld zijn. De voorgestelde modulaire opbouw is op een kleine wijziging na gehandhaafd. Ondanks het feit dat veel banken en directe aanbieders duidelijk hebben aangegeven dat de beroepskwalificaties op geen enkele wijze aansluiten aan de bedrijfsvoering. Ook de intermediairorganisaties Adfiz, NVF en OvFD hebben zich in soortgelijke bewoordingen uitgelaten: “De nu door het CDFD voorgestelde nieuwe modulestructuur is in de huidige opzet helaas opnieuw onvoldoende gelegitimeerd vanuit de beroepspraktijk zelf. Het gevaar is ons inziens reëel dat te veel personen werkzaam in de financiële dienstverlening, zich niet of onvoldoende zullen herkennen in de nieuw wettelijk vast te stellen deskundigheidsvereisten.”

De reactie van het ministerie zal deze zorg niet wegnemen.

Zie voor de reacties van de marktpartijen op de oorspronkelijke voorstellen voor het vakbekwaamheidsbouwwerk de Findiprint Vakbekwaamheid.

GEEN REACTIES