Wetgevingsoverleg leidt tot drie wijzigingen in nieuw FTK

Indexatie achterstand mag in 5 jaar ingehaald worden; mogelijkheid om eenmalig het beleggingsbeleid aan te passen en premievaststelling volgens “FTK 2015”.

Het wetgevingsoverleg tussen de Tweede Kamercommissie SZW en staatssecretaris Klijnsma heeft geleid tot drie aanpassingen in het wetsvoorstel nFTK:

  • De indexatie achterstand mag in 5 in plaats van in 10 jaar worden ingehaald
  • Fondsen die in onderdekking zijn en weer boven die 105% komen, krijgen Eenmalige de kans om hun beleggingsbeleid risicovoller aan te passen.
  • Voor de premies voor 2015, die dus eind 2014 worden vastgesteld, vervalt de bijdrage aan de hersteleis

Inhaalindexatie

Pensioenfondsen mogen bij een dekkingsgraad van 110% de pensioenen gedeeltelijk aanpassen aan het prijspeil (indexeren). Vanaf een dekkingsgraad van 130% mogen zij een opgelopen indexatie-achterstand inlopen. Volgens het wetsvoorstel moet dat in tien jaarlijkse stappen gebeuren. ChristenUnie, SGP, D66, VVD en PvdA hebben een amendement ingediend om die termijn terug te brengen tot vijf jaar. Staatssecretaris Klijnsma zal zich daartegen niet verzetten, omdat het evenwicht tussen de generaties niet doorbreekt.

Fondsen kunnen dus bij voldoende dekkingsgraad jaarlijks een vijfde in plaats van een tiende van het vermogensoverschot gebruiken voor inhaalindexatie.

Beleggingsbeleid

De staatssecretaris: “Ik zie dat er rond het nieuwe FTK een nieuw speelveld ontstaat, dat ertoe zou kunnen leiden dat fondsen hun beleggingsbeleid willen heroverwegen. De herstelsystematiek in het nieuwe FTK geeft fondsen immers meer ruimte om hun beleggingsbeleid af te stemmen op hun indexatieambitie. Ik ben het daarom eens met de Kamer dat de fondsen die ruimte willen hebben om hun beleggingsbeleid eenmalig aan te passen, daarvoor toestemming moet worden gegeven. Dat is prima, maar de voorwaarde is wel dat fondsen daardoor niet in een dekkingstekort komen te verkeren, dus onder de 105% dekkingsgraad komen. Het zou immers onverantwoord zijn als fondsen in deze penibele financiële situatie de risico’s verder konden vergroten.

Maar ik wil deze fondsen wel de ruimte geven om hun beleggingsbeleid alsnog eenmalig aan te passen als hun financiële situatie is verbeterd.

Als fondsen in onderdekking zijn en weer boven die 105% komen, krijgen ze alsnog de eenmalige kans om hun beleggingsbeleid aan te passen.”

Uiteraard kunnen pensioenfondsen altijd hun beleggingsbeleid herzien als ze niet meer risico nemen.

Wat nu als een fonds deze gelegenheid aangrijpt om te kiezen voor een onverantwoord hoog risicoprofiel?

Klijnsma: “Een aantal maatregelen in het FTK gaat dat tegen. Zo moeten fondsen in 2015 ook hun risicohouding concreet vastleggen in het overleg met sociale partners en de fondsorganen. Een eventueel extra hoog risicoprofiel moet wel binnen de risicohouding van het fonds passen. Bij vaststelling van die risicohouding wordt bekeken welk risico het fonds kan en wil nemen en welke gevolgen dit mogelijk heeft voor de betrokken deelnemers.
Andere prikkels zijn dat een extra hoog risicoprofiel ook leidt tot een hogere solvabiliteitsopslag in de kostendekkende premie en daarnaast leidt tot een hoger eigen vermogen, waardoor wellicht eerder herstelmaatregelen nodig zijn. Ik denk dus dat als een fonds te grote risico’s zou nemen, het op tal van fronten, zowel intern als extern bij de lurven zou worden gepakt. Met extern bedoel ik dan dus ook de toezichthouder, maar intern bedoel ik ook gewoon de governancestructuur.”

Premievaststelling 2015

In beginsel worden de pensioenpremies voor 2015 al eind 2014 vastgesteld, dus nog op basis van het huidige FTK. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat al voor het komend jaar de eis van DNB vervalt dat fondsen met een dekkingstekort een premie hanteren die bijdraagt aan het herstel van de dekkingsgraad. Die eis kan leiden tot abrupte premiestijgingen en is onder het nieuwe FTK niet meer nodig omdat die extra eisen stelt bij premiedemping met verwacht rendement.

Een eenmalige abrupte premiestijging is slecht voor de koopkracht, aldus Klijnsma. “Bovendien is een soepele overgang naar het nieuwe FTK wenselijk voor fondsen zelf. Zij willen liever niet worden geconfronteerd met sterk fluctuerende pensioenpremies in de komende paar jaren. Daarom zal ik de Nederlandsche Bank verzoeken om de eis dat de premie moet bijdragen aan herstel reeds voor de premies voor 2015, niet meer toe te passen. Ik heb dit al een beetje gesondeerd. De Nederlandsche Bank heeft mij aangegeven, dit verzoek welwillend te zullen behandelen, mits het nieuwe FTK integraal per 2015 van toepassing wordt.”

De Kamer trekt hieruit de conclusie dat de pensioenfondsen in 2014 de premie mogen vaststellen op basis van de nieuwe regels in 2015, “met de opslagen, afslagen en alle nieuwe regels. Niet een stukje van 2014 en een stukje van 2015, maar het hele 2015-pakket.”

Klijnsma: “Ik heb de leden van de commissie zo verstaan dat men de wens heeft, bij de vaststelling van de premies voor 2015 in het najaar van 2014 al vooruit te kunnen lopen op het nieuwe FTK. Ik heb gezegd dat ik dat gesondeerd heb bij DNB. Als het nieuwe FTK door de Tweede Kamer zou worden aangenomen, dan zou de Nederlandsche Bank daar welwillend tegenover staan. Zo zou ik dan ook willen acteren.”

GEEN REACTIES