Werknemers procederen vaker voor hun pensioen

Procederen over het pensioen is voor werknemers, zo blijkt de laatste tijd steeds vaker, beslist niet zonder succes. Als het over pensioen gaat, gaat het primair over arbeidsrecht en dat werkt juridisch al snel in het voordeel van een werknemer. De werkgever heeft immers een gezagsverhouding met de werknemer en daar wordt in de rechtspraak rekening mee gehouden. Dit stelt Paul van der Heide in zijn column op accountant.nl.

Samengevat komt het erop neer dat de werknemer niet de gevolgen begrijpt van alle wijzigingen van de pensioenregeling. Volgens de Hoge Raad vereist een aanpassing van de pensioenregeling de ondubbelzinnige instemming van de werknemer. Deze instemming is alleen valide als de werknemer volledig en juist is geïnformeerd.
Fiscale wetgeving vormt volgens de rechter in het algemeen geen zwaarwichtige reden voor de werkgever om zonder meer de pensioenregeling – eenzijdig – in neerwaartse zin te mogen aanpassen. Het belangrijkste is dat de werknemer begrijpt wat de consequenties van de wijziging zijn, zodat hij kan overwegen akkoord te gaan of niet.

Van der Heide waarschuwt dat advocaten het onderwerp pensioen van werknemers hebben ontdekt. “De belangstelling lijkt mede gedreven te zijn door de invoering van de transitievergoeding bij ontslag. De mogelijkheid ontslagvergoedingen voor werknemers te laten toekennen lijkt daarmee in theorie ingeperkt. In reactie daarop zoeken advocaten naar mogelijkheden om schadeclaims voor werknemers te verhogen. Pensioen blijkt in dat kader een dankbaar object te zijn. Niet het procederen staat dan voorop, maar wel de mogelijkheid extra argumenten aan te dragen om een hogere ontslagvergoeding te eisen.”

(Bron: accountant.nl)

GEEN REACTIES