Vertrouwensherstel in financiële sector blijft uit

Het vertrouwen in de banken steeg ten opzichte van vorig jaar licht, dat in de levensverzekeraars bleef min of meer stabiel, terwijl het vertrouwen in de pensioenfondsen daalde.
Dat blijkt uit de jaarlijkse meting die DNB verricht onder Nederlandse huishoudens.
Het aantal respondenten dat aangeeft een volledig of overwegend vertrouwen in de eigen bank te hebben steeg tussen maart 2011 en maart 2012 van 75% naar 78% en belandde daarmee weer op het niveau van 2010. Dat niveau is evenwel nog altijd 12 procentpunt lager dan in 2007.
Het vertrouwen in de eigen levensverzekeraar bleef in 2012 gelijk ten opzichte van vorig jaar, op 73.
Het publieke vertrouwen in het eigen pensioenfonds daalde van 62% in 2011 naar 55% dit jaar. Dit is 30 procentpunt lager dan in 2007. Deze score ligt ook beduidend lager dan de scores voor banken en verzekeraars. Dit houdt vermoedelijk verband met de aangekondigde kortingen op pensioenaanspraken, de aanhoudende discussie over de toekomst van het pensioenstelsel en de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.
Deskundigheid en integriteit bestuurders
Het oordeel ten aanzien van de deskundigheid en integriteit van bestuurders van financiële instellingen – dat vorig jaar al een daling onderging – blijkt in 2012 verder te zijn weggezakt. Daarbij valt op dat men de integriteit van bestuurders aanzienlijk lager inschat dat hun deskundigheid. Op de stelling dat bestuurders deskundig zijn reageert 36% positief en 21% negatief. Op de stelling dat bestuurders integer zijn reageert slechts 18% positief en maar liefst 35% negatief.
Ter vergelijking: in 2006 gaf slechts 7,8% van het publiek aan het oneens te zijn met de stelling dat bestuurders ‘deskundig en integer’ zijn.
Deel dit bericht, kies uw platform!

Redactie Findinet