Veel parttimers willen wel meer werken maar kunnen dat niet altijd

Veel parttimers willen wel meer werken maar kunnen dat niet altijd

Bijna iedereen loopt tegenwoordig wel eens tegen de gevolgen van de krapte op de arbeidsmarkt aan. Vakmensen zijn moeilijk te vinden en wachttijden lopen op. Nu is het zo dat bijna de helft van de werkzame beroepsbevolking uit parttimers bestaat. Dan lijkt de oplossing eenvoudig: laat de deeltijdwerkers meer uren maken. Maar is dat wel zo eenvoudig? Centraal Beheer zocht het uit, in samenwerking met onderzoeksbureau Memo2.

Uit het onderzoek, dat gedaan werd onder ruim 2.000 werkende Nederlanders, bleek dat 36% van de parttimers bereid is meer te gaan werken om zo een bijdrage te leveren aan een oplossing voor het personeelstekort. Daarmee staat de weg dus open voor werkgevers om het huidige personeel te vragen meer te gaan werken. Echter, voor veel mensen is het niet zonder meer mogelijk om meer te gaan werken. Ze werken immers niet voor niets in deeltijd.

Het leven draait niet alleen om werken. Naast hun werk moeten veel mensen ook nog voor hun gezin zorgen, ze doen vrijwilligerswerk of hebben mantelzorgtaken. Daarnaast moeten ze blijven leren om hun kansen op de arbeidsmarkt goed te houden. Meer uren draaien is dus niet altijd vanzelfsprekend.

Robert Boulogne, adviseur Toekomst van Werken van Centraal Beheer, benadrukt dat werkgevers niet alleen naar de werkende mens moeten kijken, maar naar de hele mens. Werknemers moeten langer doorwerken dan vroeger en zich blijven ontwikkelen. Daarbij willen ze mentaal en fysiek fit zijn. Nu meer werken op het personeelstekort op te lossen, moet niet ten koste gaan van de doelen op lange termijn.

“Naast het economische perspectief, zijn er dus ook andere perspectieven van waaruit naar het arbeidsmarktvraagstuk kan worden gekeken, zoals het duurzaamheids- en het welzijnsperspectief. Het vraagstuk rondom krapte op de arbeidsmarkt is helaas niet eenvoudig op te lossen”, zegt Boulogne.

Volgens Boulogne is het nu de tijd voor werkgevers om het gesprek aan te gaan met de werknemers. Willen de parttimers misschien meer werken en wat is er nodig om dat mogelijk te maken? Gekeken kan bijvoorbeeld worden naar de indeling van de werktijden. Ook moeten zowel werkgever als werknemer vooral niet schromen om de vraag te stellen of er meer gewerkt kan worden.

Nederlanders staan dan misschien bekend als kampioen deeltijdwerken, maar daar staat tegenover dat de arbeidsparticipatie hoog is: ruim 72% van de mensen tussen 15 en 75 jaar werkt. Van de 9,3 miljoen werkzame mensen tussen 15 en 75 jaar werkt 48% in deeltijd (minder dan 35 uur), ofwel ongeveer 4,5 miljoen werknemers. Zo’n 36% daarvan wil best meer gaan werken. Er is dus meer dan genoeg arbeidspotentieel om het personeelstekort te verzachten!

Bron: Centraal Beheer

GEEN REACTIES