Transportverzekering dekt de lading nauwelijks

Er bestaan grote verschillen tussen de waarde van de gestolen lading en de uitgekeerde schade. De transporteur loopt meer risico dan de verzekeraar. Het is lastig om inzicht te krijgen in de omvang van de schade van ladingdiefstallen, blijkt uit de Criminaliteitsbeeldanalyse Ladingdiefstal 2008-2010, een rapport van de KLPD.

De geschatte bedragen lopen sterk uiteen. Het verschil wordt onder meer veroorzaakt door het al dan niet meerekenen van indirecte kosten, zoals imagoschade en daardoor geleden verlies van omzet en marktaandeel. Daarnaast is de precieze omvang van het fenomeen onbekend. Voor het bepalen van het schadebedrag van ladingdiefstal gaat de stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) uit van de dagwaarde van de goederen. Dat is de inkoopprijs op het moment dat het transport aanvangt.

40% van de schade werd uitgekeerd

De KLPD heeft geprobeerd een indicatie te krijgen van de omvang van ladingdiefstallen op basis van registraties van zes grote transportverzekeraars. Maar die opzet lukte niet, omdat slechts twee verzekeraars in staat bleken om tijdig overzichten aan te leveren. Uit het wel voor handen zijnde materiaal blijkt dat slechts 40% van de schade door verzekeraars werd vergoed.

Het rapport: “Deze twee maatschappijen hebben een marktaandeel van 35 procent. Voor een totaal van 158 zaken in de periode 2008-2010 (> 10.000 euro schade) bedraagt het schadebedrag (factuurwaarde) ruim 10,6 miljoen euro, met een gemiddelde van 67.000 euro per zaak. Het totaalbedrag van de uitgekeerde schade is ruim 4,2 miljoen euro.

Vast bedrag per kilogram

Reden van deze relatief lage uitkering is onder meer dat de verzekerde waarde vaak geen betrekking heeft op de daadwerkelijke waarde van de lading.

“Veelal is de lading verzekerd voor een vast bedrag per kilogram lading. Voor binnenlands vervoer is de maximale aansprakelijkheid 3,40 euro per kilogram (op grond van de Algemene Vervoercondities (AVC)) en voor buitenlands vervoer geldt een maximale aansprakelijkheid van 10 euro per kilogram (op grond van het CMR-verdrag2). Binnen de tranportaansprakelijkheidsverzekeringen hanteren verzekeraars hogere eigen risico’s bij ladingdiefstallen.
Dat varieert van 20 tot 30 procent van het maximum aansprakelijkheidsbedrag zoals vastgelegd in de AVC en het CMR-verdrag.

Daarnaast kennen uitkeringen van de verzekeringsmaatschappijen vaak een maximum van circa 250.000 euro per diefstalschade. Onbeperkte aansprakelijkheid geldt vaak in het buitenland. Rechters kunnen de limiet zoals vastgelegd in het CMR-verdrag doorbreken. In Nederland komt de limietdoorbreking minder vaak voor. Als blijkt dat transporteurs nalatig zijn geweest in het adequaat beveiligen van vrachtwagen en lading, kunnen ze aansprakelijk worden gesteld voor de gehele schade. Zo’n situatie kan zich voordoen als uit onderzoek blijkt dat de chauffeur betrokken is geweest bij de ladingdiefstal, of zich bijvoorbeeld niet aan de veiligheidsvoorschriften heeft gehouden.

Een doorbreking van de limiet kan tot gevolg hebben dat de vervoerder aansprakelijk wordt gesteld voor de gehele schadelast, wat grote gevolgen voor hem kan hebben. Een ander schadelijk effect kan zijn, dat de hoofdvervoerder zich terugtrekt wanneer er vermoedelijk sprake is van interne betrokkenheid van een werknemer van de ondervervoerder. Als deze vervoerder een grote klant is kunnen de gevolgen ook aanzienlijk zijn. Als ander schadelijk effect wordt aangegeven, dat de afhandeling van ladingdiefstal met de klant en de verzekeringsmaatschappij veel tijd, energie en geld kan kosten. Dit terwijl de financiële schade door ladingdiefstal mee kan vallen.”

GEEN REACTIES