Ruim zestig procent is 65-plus op moment van pensioen

© Pixabay.com

Het percentage Nederlanders dat op het moment van pensionering 65 jaar of ouder is, steeg afgelopen jaar van 59% naar 62%.

Dit percentage stijgt al jaren achtereen. In 2006 lag dit nog op slechts 15,5%. In tien jaar is dit percentage, vooral door overheidsmaatregelen, verviervoudigd. Het aantal mensen dat met 65 jaar met pensioen gaat groeide in tien jaar van 8.000 naar ruim 31.000 in 2016. 66-jarigen zijn nu inmiddels de tweede groep qua aantallen: vorig jaar gingen 7.600 mensen van 66 met pensioen. In 2015 lag dit aantal nog op 5.900 en tien jaar gelden op slechts 1.000.

Deze cijfers nemen volgens het CBS niet weg dat de gemiddelde pensioenleeftijd voor het eerst sinds lange tijd niet meer stijgt. Deze bleef steken op 64 jaar en vijf maanden, net als 2015. Uit de CBS-cijfers blijkt dat dit komt doordat het percentage 55-60 jarigen dat met pensioen ging toenam: van 4,8% in 2015 naar 6,1% vorig jaar.

Uit de cijfers blijkt verder dat in alle bedrijfstakken tussen 2006 en 2016 de gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan flink is gestegen. Het meest, met ruim vijf jaar, steeg de gemiddelde pensioenleeftijd in de bedrijfstak vervoer, opslag en communicatie naar 65 jaar en twee maanden. Werknemers in het openbaar bestuur en overheidsdiensten, onderwijs, en zorg gingen in 2016 het vroegst met pensioen (63 jaar en 7 maanden). In de landbouw en visserij zijn werknemers gemiddeld het oudst als ze met pensioen gaan (67 jaar).

GEEN REACTIES