Er zijn enorme verschillen in behaalde rendementen bij pensioenproducten met een beschikbare premieregeling. Deelnemers jonger dan 50 realiseerden in 2017 een rendement dat, afhankelijk van de pensioenuitvoerder, varieert van circa 4% tot ruim 14%. Bij oudere deelnemers zijn de verschillen kleiner. Over de periode 2014-2017 is er een rendementsverschil van ongeveer 4% per jaar. Dit constateert constateert actuarieel adviesbureau LCP.
Ruim 1,3 miljoen werkenden vertrouwen voor hun pensioen op een zogenaamde premieovereenkomst. Premie-inleg en rendement moeten zorgen voor voldoende kapitaal om pensioen in te kopen. Voor het rapport “Lifecycle Pensioen 2018” heeft LCP onderzoek gedaan naar de aangeboden standaard “neutrale” lifecyle-producten. Verreweg de meeste deelnemers maken daar gebruik van. Er is gekeken naar de producten van 12 pensioenuitvoerders: verzekeraars en ppi’s.
Beleggingsrisico
Het verschil in rendement wordt vooral veroorzaakt door verschillen in beleggingsrisico tussen de diverse lifecycles. De variatie en het aantal aangeboden lifecycle producten en risicoprofielen neemt verder toe. Sommige uitvoerders bieden tientallen profielen. Bovendien zijn er grote verschillen in nettorendement waarneembaar voor fondsen met ogenschijnlijk hetzelfde risicoprofiel.
“Historische rendementen bieden geen garantie voor de toekomst,” stelt Johan van Soest, Senior Actuaris bij LCP en auteur van het rapport, “maar ons onderzoek toont aan dat de beschikbare DC‑producten zeer verschillend zijn. Werkgevers en werknemers moeten bij de selectie van een pensioenuitvoerder verder kijken dan de laagste kosten of de hoogste verwachte pensioenen.”
Doorbeleggen na pensioendatum
Ten behoeve van het doorbeleggen na de pensioendatum is een groot aantal nieuwe lifecycle-producten op de markt gekomen. Deelnemers komen daarbij voor een groot aantal keuzes te staan. Goede informatie wordt daarom steeds belangrijker. “Het standaardmodel van het Verbond van Verzekeraars is een stap in de goede richting”, aldus Bram van den Langenberg, actuaris bij LCP en mede-auteur van het rapport. “Maar voor een verantwoorde keuze zal een deelnemer inzicht moeten krijgen in zijn verwachte totale netto-inkomen, in euro’s van nu, en bij doorbeleggen ook inzicht in de mogelijke schommelingen in inkomen.”
Vermogensbeheerkosten
De vermogensbeheerkosten daalden de afgelopen 10 jaar en zijn in 2017 redelijk stabiel, tussen grofweg 0,2% en 0,6% van het beleggingskapitaal.
Bron: LCP
