Rechter verlangt van verzekerde enige oplettendheid

Een adviseur hoeft niet ten overvloede elke punt en komma van een verzekering te verduidelijken; van verzekerde mag “enige oplettendheid” verwacht worden.

In deze zaak gaat het om een goederentransportverzekering. Het is een aantal malen voorgekomen dat er schimmelschade aan de lading ontstond. Met verzekeraar ontstonden dan discussies over de vraag waar de schade zich had voorgedaan.

Verzekerde meldde de adviseur van die discussies niet gediend te zijn. Het overleg van de adviseur met verzekeraar leidde ertoe dat de volgende clausule in de polis werd opgenomen: “Ten aanzien van zendingen welke nat/ beschimmeld aankomen en waarvan niet zeker is waar de schade zich heeft voorgedaan, zal ervan worden uitgegaan, dat deze zich tijdens de verzekerde reis heeft voorgedaan.”

Toen zich opnieuw een schade voordeed, bleek eigen gebrek de oorzaak en op grond daarvan weigerde verzekeraar de uitkering. Dat was reden voor verzekerde om de adviseur aansprakelijk te stellen. “Omdat de adviseur ter zake van de dekking van schimmelschade verder geen restricties aan de orde heeft gesteld en het bovendien een transportverzekering met all risk dekking betreft, mocht ik er van uitgegaan dat de schimmelschade zonder restricties was gedekt. Desondanks wordt nu evenmin dekking gegeven onder de polis. Dit is toerekenbaar aan adviseur”, aldus de redenering van verzekerde..

De adviseur brengt daar tegenin dat verzekerde geen opdracht had gegeven om schade als gevolg van eigen gebrek te doen meeverzekeren. Integendeel: verzekerde wilde na het schadevoorval zelfs een mindere dekking, met een G-14 clausule in plaats van een G-13 clausule. Bij faxbericht heeft de adviseur toen aan verzekerde medegedeeld dat deze er ook voor kon kiezen om een all risk verzekering af te sluiten waarbij het eigen gebrek wel was meeverzekerd, maar daar werd niet voor gekozen.

De rechtbank Rotterdam geeft de adviseur gelijk.

“De rechtbank ziet geen aanleiding om tot het oordeel te komen dat de adviseur wanprestatie heeft gepleegd wegens schending van haar informatieplicht. Tussen partijen staat vast dat er na het schadevoorval in 2006 niet is gesproken over dekking voor eigen gebrek. Er is slechts gesproken over dekking voor vocht-/ schimmelschade waarvan niet kon worden vastgesteld of deze zich tijdens de reis heeft voorgedaan. Er was geen volledige allrisk dekking overeen gekomen. Er was een allrisk G-13 clausule overeengekomen, met daarin nog steeds uitsluiting van eigen gebrek conform art. 17 van de NBGP-91. Dekking voor schade waarvan wél kon worden vastgesteld dat deze was veroorzaakt door eigen gebrek, viel nog steeds niet onder de polisdekking. Met enige oplettendheid hadden eisers zulks kunnen onderkennen. Relevant is hetgeen de adviseur in haar faxbrief stelt. Daaruit valt af te leiden dat er, nog steeds, een onderscheid geldt tussen schade die is ontstaan tijdens het transport en schade die elders is ontstaan. Voorts is van belang dat aan de wijziging van de polis geen verhoging van de verzekeringspremie verbonden was, terwijl dekking voor eigen gebrek tot een veel hogere premie zou hebben geleid, zoals de adviseur onbetwist aanvoerde. Eisers mogen niet menen dat zij zonder premieverhoging een volledige dekking voor eigen gebrek hadden verkregen.”

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES