Rechter kende in 2019 meer smartengeld toe

Rechter kende in 2019 meer smartengeld toe
© Pixabay

Bedragen aan smartengeld die worden toegekend bij o.a. letselschade worden langzaam hoger. Dat laten de rechterlijke uitspraken zien die zijn verzameld in het recent verschenen ANWB Smartengeldboek. Hoewel het aantal rechtszaken te gering is om van een trend te spreken, vertonende de toegekende bedragen een voorzichtig stijgende lijn.

Smartengeld wordt in de regel toegekend na een onrechtmatige daad, zoals een verkeersongeval, een medische fout, een arbeidsongeval of een misdrijf. De meeste zaken worden geschikt en komen niet voor de rechter. Maar vooral strafrechters wijzen, mede als gevolg van het beleid om schadevorderingen van slachtoffers in het strafproces aan te moedigen, steeds vaker smartengeld toe. Ze lijken daarin tot op zekere hoogte een eigen koers te varen.

De vier hoogste bedragen die in het nieuwe Smartengeldboek zijn te vinden, betreffen net als vorig jaar uitspraken van de strafrechter. Zo kende Rechtbank Rotterdam €200.000 toe aan een 29-jarige man die tijdens een ripdeal werd beschoten en een hoge dwarslaesie opliep. Voor hetzelfde letsel, een hoge dwarslaesie, kende Rechtbank Groningen €250.000 toe aan een 21-jarige student die zonder duidelijke aanleiding op straat door drie jongens ernstig is mishandeld. Terwijl het tweede slachtoffer volkomen onschuldig aan het gebeurde was, had het eerste slachtoffer zich bewust in een criminele sfeer begeven, maar dit rechtvaardigt het verschil niet. Het Hof Den Haag kende eveneens €250.000 toe aan een man die ten gevolge van een mishandeling zeer ernstig en blijvend hersenletsel had opgelopen.

In een inleidend artikel van het ANWB Smartengeldboek behandelt prof.mr. Albert Verheij enkele uitspraken van de Hoge Raad. Eén beslissing gaat erover dat de rechter smartengeldbedragen niet mag standaardiseren. De rechter moet alle omstandigheden van het geval wegen en op die basis de hoogte van het smartengeld bepalen.

In een andere uitspraak heeft de Hoge Raad een nieuw criterium geformuleerd voor de toekenning van smartengeld, los van geestelijk letsel. Naast geestelijk letsel kunnen de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde meebrengen dat er sprake is van aantasting in zijn persoon op andere wijze (conform art. 6:106 lid 1, onder b, BW). De vraag is of dit criterium een beperking of een uitbreiding meebrengt. De wijze waarop de Hoge Raad het toepast in de betreffende uitspraak lijkt op het eerste te wijzen.

In de nieuwste versie van het ANWB Smartengeldboek zijn ruim 2300 rechterlijke uitspraken over smartengeld bewerkt en verzameld; voor de versie van 2020 zijn ruim 100 nieuwe uitspraken toegevoegd.

Bron: ANWB

GEEN REACTIES