Onverklaarde grote kostenstijgingen bij pensioenfondsen

De kosten van drie van de vijf grote bedrijfstakpensioenfondsen zijn in 2013 fors toegenomen, maar zij geven daar geen duidelijke verklaring voor.

Dit blijkt uit een inventarisatie van de jaarverslagen van de pensioenfondsen door David Hollanders (onder meer verbonden aan Universiteit van Amsterdam en Tilburg University).

Voor pensioenspaarders zijn de kosten van groot belang, omdat kleine veranderingen in kosten op lange termijn grote effecten hebben op het pensioenvermogen. De AFM rekende in 2011 voor dat een kostenverlaging van 0,25 procentpunt op een termijn van veertig jaar leidt tot een circa 7,5% hoger collectief pensioenvermogen. De kostenverhogingen in 2013 ten opzichte van 2012 zijn zacht gezegd een veelvoud van dit voorbeeld.

ABP noteert een kostenstijging van in totaal circa 13% en PFZW van rond 10%. Bouw steekt daar ver bovenuit met een kostenstijging van bijna 30%. PME en PMT zijn de witte raven in dit onderzoek. Zij konden een kostenverlaging melden.

Hollanders heeft de vier kostencategorieën onder de loep genomen: Transactiekosten, vermogensbeheerkosten (exclusief z.g. prestatievergoedingen), prestatievergoedingen en pensioenbeheer. Het valt op dat PMT en PME de prestatie-afhankelijke vergoeding daalden met respectievelijk 54,4% en 50%. Bij ABP stijgt de post prestatievergoeding daarentegen met 36,% en ook de transactiekosten gaan omhoog en wel met 277%. Bij Bouw stijgen de prestatievergoedingen met 72,3% en de transactiekosten met 77,3%.

Wat zijn de redenen van die vaak forse stijgingen? Daar worden in de jaarverslagen geen gegronde argumenten voor aangedragen, concludeert Hollanders. Elk fonds maakt wel een opmerking over ‘beleggingsstijl’ en ‘servicescore’. “Maar”, aldus Hollanders, “deze beweringen zouden valide kunnen zijn, maar ze rechtvaardigen hooguit kostenhoogte. Ze rechtvaardigen geen kostenstijging zolang complexiteit, beleggingsstijl en (beoogde) servicescore onveranderd zijn gebleven. Dat deze substantieel veranderd zijn, is evenwel gesteld noch gebleken.”

Zijn slotconclusie: “De kosten van meerdere grote fondsen zijn aanzienlijk gestegen zonder dat daarvoor een overtuigende grond is. Hiermee heeft de oproep van AFM het eerste doel bereikt: het transparant doen zijn van kosten en de ontwikkeling daar in. De tweede stap is dat deze kosten(stijgingen) of uitgelegd worden aan de deelnemers of tot het verleden behoren.”

Het volledige artikel van David Hollanders is te lezen op de website van Me Judice.

GEEN REACTIES