Minister werkt aan verbeterpunten brandveiligheid

Minister Opstelten wil aanvullende maatregelen nemen om het niveau van brandveiligheid te versterken.

Dit schrijft hij in de brief ‘Brandveiligheid rapportage en verbetermaatregelen’ aan de Tweede Kamer.

De minister wijst er allereerst op dat er sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid voor het voorkomen en beperken van de gevolgen van brand. Burgers, bedrijven en instellingen moeten zelf de noodzakelijke maatregelen nemen om zichzelf en anderen te beschermen tegen (de gevolgen van) brand: zij zijn hiervoor primair verantwoordelijk. De overheid bepaalt de kaders (in de vorm van wet- en regelgeving), ondersteunt waar mogelijk de juiste toepassing en ziet toe op de naleving.

Als belangrijke partners op het terrein van brandveiligheid noemt hij het Veiligheidsberaad, provincies, gemeenten, Brandweer Nederland, de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV), VNO NCW MKB-Nederland, het Verbond van Verzekeraars en het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV).

Na overleg met deze partners heeft de minister geconcludeerd dat aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om het niveau van brandveiligheid verder te versterken. Dit betreft de volgende drie aanvullende maatregelen:

Kennisuitwisseling

Het aangaan en onderhouden van samenwerkingsverbanden en het delen en uitwisselen van kennis draagt bij aan het gezamenlijk doel om de brandveiligheid in Nederland verder te bevorderen. Op dit moment ontbreekt het aan een structureel platform waarin de bij brandveiligheid betrokken partijen kennis kunnen delen. “Vanuit mijn coördinerende rol voor brandveiligheid zal ik, om deze samenwerkingsverbanden te bestendigen en te intensiveren, twee maal per jaar een platform Brandveiligheid op mijn ministerie organiseren met alle voor brandveiligheid relevante partijen.”

Brandonderzoek

Het tijdig en accuraat kunnen werken op de plaats van de brand, is cruciaal voor het verkrijgen van betrouwbare en volledige onderzoeksgegevens. De minister heeft geconstateerd dat het zowel ontbreekt aan eenduidige afspraken over de aanwezigheid en de bevoegdheden van de brandonderzoekers in het geval er sprake is van forensisch politieonderzoek als aan eenduidige richtlijnen over het verzamelen, uitwisselen en aggregeren van onderzoeksgegevens en privacygevoelige gegevens. In het Verenigd Koninkrijk werken forensisch politieonderzoekers en brandonderzoekers in soortgelijke gevallen samen conform een overeenkomst waarin afspraken over de wijze van samenwerking zijn vastgelegd. .

In overleg met het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie en Brandweer Nederland zal deze best practice in Nederland verder worden ontwikkeld

Brandveiligheid in woningen

Jaarlijks komen de meeste dodelijke slachtoffers van brand om bij woningbranden. Onderzoek hiernaar toont aan dat in slaap vallen tijdens het roken, kortsluiting en koken de drie belangrijkste oorzaken te zijn van fatale woningbranden (branden in woningen waarbij één of meerdere dodelijke slachtoffers vallen). “Ik zet mij in om het aantal slachtoffers van fatale woningbranden terug te dringen. Het ontbreekt momenteel aan een goed en volledig beeld van alle maatregelen die in dit kader kunnen worden genomen. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is daarom een onderzoek gestart naar brandveiligheid in woningen en eventuele verbetermogelijkheden. Het ministerie van VWS is hier nauw bij betrokken. Dit onderzoek, een maatschappelijke kosten-batenanalyse, wordt begin 2014 afgerond.

Brandveiligheid zitmeubilair en matrassen

In de bijlage bij zijn brief merkt de minister het volgende op:

“Het bedrijfsleven speelt een belangrijke rol bij de verbetering van de brandveiligheid van deze consumentenproducten. De brandveiligheid hiervan is niet in specifieke Europese regelgeving vastgelegd. Wel heeft een beperkt aantal EU-landen elk afzonderlijk eigen voorschriften hieraan gesteld. Het invoeren van regelgeving op nationaal niveau en het handhaven daarvan is praktisch niet haalbaar of effectief, onder andere omdat de productie van deze consumentenproducten slechts voor een beperkt deel in Nederland plaatsvindt en dergelijke maatregelen tevens handelsbelemmerend werken. Het debat2 hierover spitst zich met name toe op het gebruik van vlamvertragers terwijl er ook andere innovatieve manieren bestaan om de productveiligheid van deze consumentenproducten te verbeteren." Het WODC neemt deze problematiek in haar onderzoek mee.

GEEN REACTIES