Koppeling vaste en flexibele WGA-risico’s een jaar uitgesteld

Minister Asscher (SZW) is voornemens de samenvoeging van vaste en flexibele risico’s een jaar uit te stellen waarmee de invoering wordt verschoven naar 1 januari 2017.

Hij schrijft in zijn brief ‘Bewegingen WGA en ZW-markt’ aan de Tweede Kamer dat verzekeraars zich zorgen maken over het speelveld op de hybride markt. “De samenvoeging van vaste en flexibele risico’s betekent een uitbreiding van de markt. Verzekeraars hebben aangegeven nog niet klaar te zijn voor deze marktuitbreiding waarin ze zich moeten verbreden naar schadelastbeperking voor flexwerkers.” Om verzekeraars de kans te bieden om goed voorbereid in de markt te stappen wil de minister de invoering met een jaar verschuiven naar 1 januari 2017.

“Ik vertrouw erop dat dit extra jaar verzekeraars de kans geeft de actuariële gegevens die recent met UWV zijn uitgewisseld goed te verwerken ten behoeve van hun risicoanalyse. Bovendien stelt dit voorbereidingsjaar verzekeraars beter in staat re-integratie op maat te ontwikkelen voor flexibele krachten. De recent getoonde inzet van verzekeraars op het gebied van schadelastbeheersing geeft mij hierbij vertrouwen. De financiële prikkels in het stelsel ondersteunen een dergelijke inzet op preventie en re-integratie.”

De minister is minder uitgebreid over de maatregelen die hij wil nemen om binnen het hybride stelsel te komen tot een gelijk speelveld tussen verzekeraars en UWV. Hij volstaat met de opmerking dat hij in gesprek blijft met partijen en dat hij “zo nodig maatregelen zal treffen ter borging of verbetering van de concurrentieverhoudingen.”

Geen stap verder

Die laatste zinsnede treffen we ook aan in zijn brief over de WGA- en ZW-markt van 20 maart 2014. Naar aanleiding van die brief constateerden wij dat de minister met twee maten meet. Daarin kondigde hij aan de terugkeerpremie voor UWV te verhogen van een minimumpremie naar een premie die meer in verhouding staat tot het ZW-risico. Die verhoging heeft per januari van dit jaar plaatsgevonden

Wat betreft de WGA wordt dit beleid niet toegepast. Maar omdat daar niet UWV maar verzekeraars het uitkeringsrisico dragen, grijpt hij daar niet in.

Hij kan de nu tweemaal gedane belofte om de concurrentieverhoudingen te verbeteren waar maken door in het WGA-segment de UWV-premie te baseren op de feitelijke instroom en niet op het feit dat UWV geen last heeft van de bij verzekeraars achtergelaten ‘brandende huizen’.  

Bewegingen

Zoals verwacht is in 2014 een steviger groei van het aantal eigenrisicodragers ZW zichtbaar geweest dan voorheen. Het aandeel eigenrisicodragers ZW in de loonsom steeg in dat jaar van 6% naar 24%.

De groei van het aantal eigenrisicodragers ZW zet door in 2015 maar is kleiner in omvang met bijna 900 aanvragen voor overstappen per 1 januari. UWV verwacht over het hele jaar een toename van het aandeel eigenrisicodragers in termen van loonsom van 24% in 2014 naar 32%.

In 2014 kende de WGA voor het eerst per saldo meer terugkeerders naar UWV dan uittreders die eigenrisicodrager worden. Het aandeel eigenrisicodragers WGA in de loonsom is in 2014 gedaald van 50% naar 46%.

Ook in 2015 kiezen meer werkgevers voor een terugkeer naar het UWV dan voor eigenrisicodragerschap, waarbij het aantal in omvang is afgenomen. Op basis van de aanvragen voor overstappen per 1 januari jl. is het beeld dat het aantal beëindigingen van eigenrisicodragerschap in 2015 rond de 3600 zal liggen. In verhouding tot de groep uittreders blijft het aantal aanvragen voor eigenrisicodragerschap beperkt tot ongeveer 100 werkgevers. In lijn met deze cijfers verwacht UWV dat het aandeel eigenrisicodragers in de loonsom in 2015 verder daalt van 46% tot 44%.

GEEN REACTIES