Onduidelijkheid over indexeringsclausule in beurspolis

De rechtbank wil weten wat het marktgebruik is ten aanzien van indexeringsclausules, in het bijzonder of een “vangnetbepaling” wordt toegepast op het totaal verzekerde bedrag.

HDS Groep B.V. heeft in opdracht van Sell de inventaris van Sell getaxeerd ten behoeve van het sluiten van een verzekering. In het taxatierapport van HDS Groep van 2 september 2009 is de inventaris gewaardeerd op € 4.288.230,00 (vaste taxatie) en € 476.770,00 (zonder vaste taxatie).

Sell heeft via haar verzekeringsmakelaar Aon een brandverzekering voor opstallen, inventaris, goederen en bedrijfsschade afgesloten

Het verzekerde risico is verdeeld over verzekeraars, waarbij HDI-Gerling als ‘leader’ optreedt.

Als verzekerde bedragen zijn op de polis van 2011 onder meer opgenomen € 1.871.000,00 aan ‘inventaris uitgebreid’ en € 2.894.000,00 aan ‘machines’. In de polis van 8 mei 2012 zijn die bedragen verhoogd tot € 1.905.700,00 respectievelijk € 2.947.600,00. In de polis is vermeld onder ‘garantie inventaris’: taxatierapport tot 2 september 2012. De BC050-2 Nederlandse Beursvoorwaarden voor zaak- en bedrijfsschadeverzekering (NBZB 2006) zijn op de polis van toepassing verklaard. Artikel 7.1 daarvan luidt als volgt:

“Indien uit het polisblad blijkt dat de verzekerde gevaarsobjecten zijn gewaardeerd door (een) deskundige(n), dan is deze voortaxatie gedurende 3 jaren geldig, te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport wordt geacht deel uit te maken van de overeenkomst. (…)”

Op 3 mei 2012 is als gevolg van een brand schade ontstaan aan de inventaris van Sell. In de op 17 oktober 2012 opgemaakte akte van taxatie is de schade aan de inventaris vastgesteld op € 4.171.010,00 (‘inventaris getaxeerd’) en € 1.294.367,00 (‘inventaris niet getaxeerd’), in totaal € 5.465.377,00. Door verzekeraars is op basis van de brandverzekering een bedrag van € 5.080.955,01 uitgekeerd.

Sell en Aon hebben verzekeraars verzocht het verschil tussen de schade en het uitgekeerde bedrag van (€ 5.465.377,00 – € 5.080.955,01 =) € 384.421,99 uit te betalen. Verzekeraars hebben dit geweigerd.

Zij stellen dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen vast en niet-vast getaxeerde inventaris. Dit blijkt ook uit het taxatierapport, dat op grond van artikel 7.1 van de NBZB 2006 onderdeel uitmaakt van de polis. Ten aanzien van de vast getaxeerde bedragen is geen sprake van onderverzekering, maar bij de niet-vast getaxeerde bedragen is dat wel het geval.

Oordeel rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat verzekeraars er terecht op hebben gewezen dat op grond van artikel 7.1 van de NBZB 2006 het taxatierapport onderdeel uitmaakt van de polis. Aan het feit dat op het polisblad – anders dan in het taxatierapport – geen onderscheid wordt gemaakt tussen vast en niet-vast getaxeerde inventaris, kent de rechtbank dan ook geen (doorslaggevend) belang toe. Beoordeeld moet vervolgens worden wat onder ‘verzekerd bedrag’ moet worden verstaan: het totaal aan verzekerde bedragen met betrekking tot de inventaris (zoals Sell en Aon c.s. stellen) of slechts het bedrag aan niet-vast getaxeerde inventaris, waar zich onderverzekering voordoet (zoals verzekeraars stellen).

De rechtbank kijkt bij de beoordeling niet (alleen) naar de letterlijke tekst van de bepalingen, omdat niet aanstonds duidelijk is wat de letterlijke betekenis van het begrip ‘verzekerd bedrag’ in de indexclausule is, waardoor een zuiver letterlijke uitleg geen oplossing zou bieden.

Vast staat dat over de indexclausule niet tussen partijen is onderhandeld.

Het betreft een door Aon opgestelde clausule die bestemd is om in meerdere overeenkomsten te worden gebruikt, maar niet standaard aan polissen wordt toegevoegd. Aon heeft deze indexeringsclausule in de polis van Sell opgenomen, welke polis vervolgens door verzekeraars is goedgekeurd.

In een eerder gewezen arrest (Chubb/Dagenstaed) oordeelde de Hoge Raad dat, wanneer niet specifiek over beursvoorwaarden is onderhandeld, de uitleg daarvan vooral van objectieve factoren afhankelijk is, zoals de letterlijke tekst van de bepaling.

Verder geldt dat het zoals reeds overwogen bij uitleg gaat om de taalkundige betekenis die de bewoordingen, gelezen in de context van het betreffende geschrift als geheel, in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben. In het onderhavige geval moeten tot ‘de context van het geschrift als geheel’ naast de polis tevens de algemene voorwaarden en het taxatierapport worden begrepen. Voor de uitleg hiervan is de gebruikelijke betekenis van de bewoordingen in de maatschappelijk kring van verzekeraars en verzekeringsmakelaars die handelen op de assurantiebeurs (en dus ook de ter beurze geldende gebruiken en opvattingen) van belang, waarbij de kennis daaromtrent van de makelaar aan de verzekeringnemer dient te worden toegerekend.

Deskundige

Om over de vorderingen van Sell een oordeel te kunnen vellen vindt de rechtbank het van belang om te weten wat het marktgebruik is ten aanzien van dergelijke clausules, in het bijzonder of een ‘vangnetbepaling’ als in de laatste zin van de indexeringsclausule normaal gesproken wordt toegepast op het totaal verzekerde bedrag of slechts op de categorie waar een tekort aan dekking is ontstaan. De rechtbank acht het noodzakelijk hierover een deskundigenbericht in te winnen.

Verder is de rechtbank van oordeel dat aan de deskundige ook de vraag dient te worden voorgelegd wat het doel is van een indexeringsclausule als de onderhavige en of het gebruikelijk is om een dergelijke clausule ook toe te passen voor nieuw aangeschafte zaken dan wel daarvoor een andere clausule is aangewezen.

Tekst indexeringsclausule

In de polis is clausule ‘BC11-032/1 Indexering Bedrijfsuitrusting/Inventaris’ (hierna: de indexeringsclausule) opgenomen. Deze luidt als volgt:

“Daar waar dit op het polisblad is aangegeven wordt het voor de bedrijfsuitrusting/inventaris opgenomen verzekerd bedrag jaarlijks per premievervaldatum herzien op basis van het laatst door een onafhankelijke deskundige instelling gepubliceerde indexcijfer. De bedragen worden naar boven afgerond op een duizendtal. De premie wordt vervolgens over het aldus vastgesteld verzekerd bedrag verrekend. In geval van schade zullen experts het indexcijfer op het moment van de schade ramen en het laatst vastgestelde verzekerde bedrag aan de hand daarvan aanpassen.

Blijkt het aldus vastgestelde verzekerd bedrag desondanks lager te zijn dan de werkelijke nieuwwaarde voor de schade dan wordt het verzekerd bedrag verhoogd tot de werkelijke nieuwwaarde, doch niet meer dan 125% van het laatst overeengekomen verzekerd bedrag.”

Makelaar aansprakelijk?

Sell stelt in haar vordering dat Aon toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst van opdracht, indienl geoordeeld wordt dat de verzekering geen volledige dekking biedt. Zij heeft haar zorgplicht geschonden en heeft daardoor niet gehandeld als redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon. De rechtbank houdt deze beslissing aan totdat het deskundigenbericht verschenen is.

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES