‘Koppel first party verzekering (FPV) aan AVB’

copyright VNAB

Wanneer een werknemer een werkgever aansprakelijk wil stellen voor geleden schade door een beroepsziekte of bedrijfsongeval, kan een FPV zeker nut hebben.

Dat stelt Martin de Haan, specialist in aansprakelijkheid en letselschade bij Cunningham Lindsey Nederland in de deze week verschenen najaarseditie van VNAB Visie.

In de particuliere verzekeringsmarkt is FPV aan een voorzichtige opmars bezig, in het bijzonder bij motorrijtuigenverzekeringen (bv inzittenden verzekeringen) en aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren. Bij een FPV hoeft een verzekerde niet eindeloos lang te wachten op de uitkomst van een slepende aansprakelijkheidskwestie, maar krijgt hij de schade door zijn verzekeraar snel uitgekeerd.

Op de zakelijke markt kan de FPV een alternatief zijn voor de vaak langdurige en complexe claimbeoordeling en -afhandeling wanneer werkgevers door werknemers aansprakelijk worden gesteld voor schade vanwege bedrijfsongevallen en beroepsziekten, aldus De Haan. Bovendien leidt een FPV volgens hem niet tot onnodige polarisatie tussen werknemer en werkgever. En de verzekeraar kan veel sneller herstelgerichte dienstverlening initiëren, zoals huishoudelijke hulp en vervoer. In de huidige situatie komt de verzekeraar pas na negen maanden in beeld, omdat de werknemer dan pas de financiële schade concreet merkt en dit wil verhalen op zijn werkgever. De Haan: ‘Je kunt dan als verzekeraar nog maar weinig doen, laat staan schadebeperkende maatregelen nemen.’

In hetzelfde artikel klinkt ook kritiek op het voorstel van De Haan. Zo vraagt Wim Ossenwaarde, manager Liability & Professional Indemnity bij Marsh, zich af op welke manier verzekeraars de premie van een dergelijke FPV moeten berekenen en of de verzekering wellicht voor werkgevers niet te duur wordt. Daarnaast is het volgens hem waarschijnlijk dat er bij een FPV meer geclaimd gaat worden omdat de drempel daarvoor wordt verlaagd.

Ook Ruud Laponder, manager Underwriting Casualty bij HDI, ziet een massale introductie van een FPV niet gebeuren, mede vanwege de onoverzichtelijkheid voor de betrokkenen van de financiering. Hij ziet voor het complexe aansprakelijkheidsvraagstuk meer in de oprichting van een onafhankelijke instantie voor medische beoordeling van beroepsziekten en bedrijfsongevallen en wil eerst de resultaten van zo’n instantie afwachten.
De Haan erkent dat een spoedige overgang naar een FPV lastig kan zijn. ‘Niettemin kun je een soepelere overgang bedenken door bijvoorbeeld FPV tegen een x-bedrag mee te verzekeren bij een AVB. Als verzekeraar zou je hier best creatief naar kunnen kijken en bezien wat dit met de schadelast doet.’

Bron: VNAB Visie

GEEN REACTIES