Klijnsma bekijkt of nieuw Ftk gefaseerd in werking zal treden

Zij beziet of het gehele wetsvoorstel per 1 januari 2015 in kan gaan of dat onderdelen daarvan later in werking moeten treden.

Dit schrijft zij in een 40 pagina’s tellend antwoord op vragen vragen gedurende een schriftelijk overleg over diverse pensioenonderwerpen.

Naar aanleiding van vragen met betrekking tot de implementatie van de adviezen van de Commissie Parameters schrijft de staatssecretaris: “Tijdens de periode dat het wetsvoorstel ftk bij de Raad van State ligt, zal ik bezien of het gehele wetsvoorstel nog per 1 januari 2015 in kan gaan of dat onderdelen daarvan later in werking moeten treden. Na ommekomst van de Raad van State zal ik uw Kamer bij de indiening van het wetsvoorstel nader informeren over de wijze van invoering van het wetsvoorstel.”

Zij herhaalt dit als gevraagd wordt naar een reactie op het standpunt van ABP dat 1 januari 2015 als invoeringsdatum haast onmogelijk wordt.

Een kleine greep uit het verslag:

Optimalisering overgang opbouw- naar uitkeringsfase

De staatssecretaris onderschrijft de mening van de Tweede Kamerleden die vinden dat het aankoopmoment van pensioen bij premie- en kapitaalovereenkomsten meer aandacht verdient. Zij laat op dit moment een onderzoek uitvoeren naar de optimalisering van de overgang van de opbouw- naar de uitkeringsfase en de inrichting daarvan bij premie- en kapitaalovereenkomsten.

“De centrale probleemstelling in het onderzoek is de vraag hoe premie- en kapitaalregelingen zo kunnen worden ingericht, dat zij deelnemers een optimale verhouding tussen rendement en risico bieden. Bij die inrichting spelen verschillende risico’s: het conversierisico van de opbouw- naar de uitkeringsfase, het inflatierisico, het langlevenrisico en beleggingsrisico’s. De vraag is hoe deze risico’s in een regeling het beste kunnen worden ondervangen. Verschillende belanghebbenden, waaronder marktpartijen (pensioenuitvoerders, verzekeraars, PPI), de koepelorganisaties Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars, toezichthouders (DNB en AFM) en wetenschappers zijn benaderd om een bijdrage te leveren. In het onderzoek zullen concrete initiatieven van marktpartijen worden geïnventariseerd en mogelijke alternatieven zullen nader worden onderzocht. De planning van het onderzoek is erop gericht om uw Kamer voor het zomerreces te informeren over de resultaten.”

Bestuurssamenstelling

Klijnsma bericht dat 94% van de fondsen kiest voor het paritaire model. De overige fondsen kiezen bijna allemaal voor het omgekeerd of paritair gemengde model. Ongeveer 6% van de pensioenfondsen heeft gekozen voor een one tier bestuursmodel.

In het geval er gekozen is voor vertegenwoordiging van gewezen deelnemers in het verantwoordingsorgaan, dient de verkiezing ook onder de slapers plaats te vinden. Het kabinet is niet voornemens de wet op dit punt te wijzigen. Er zijn fondsen, waaronder het ABP en het Pensioenfonds voor de horeca, die een zeer groot aantal slapers hebben dan wel veel slapers met kleine pensioenaanspraken. Het opleggen van een verplichting om slapers toe te laten tot het verantwoordingsorgaan en daarmee samenhangend mee te laten doen aan de verkiezingen, zowel in de vorm van een actief als een passief kiesrecht, zou leiden tot een toename van de administratieve lasten voor de betrokken fondsen.

Bijbetalingsprobleem bij waardeoverdracht

Klijnsma: “Door de samenloop met andere dossiers streef ik ernaar u rond de zomer van de uitkomst van dit onderzoek op de hoogte te stellen en daarbij tevens het tijdstip aan te geven waarop de beoogde wetswijziging tot wijziging van het wettelijk systeem van waardeoverdracht bij uw Kamer kan indienen. Ik teken daarbij aan dat het onderzoek plaatsvindt binnen de huidige wettelijke kaders en vooral is gericht op een structurele oplossing van het grootste knelpunt binnen het huidige systeem van waardeoverdracht, te weten bijbetalingsproblematiek, waarvoor nu een tijdelijke oplossing is getroffen.”

APF: DNB moet met communicatie anticiperen

Klijnsma hecht aan een spoedige inwerkingtreding voor het algemeen pensioenfonds. “Dit is belangrijk om tijdig alternatieven te kunnen bieden voor fondsen die hun verplichtingen elders willen onderbrengen. Verschillende partijen hebben om die reden ook aangegeven dat het belangrijk is dat op 1 januari 2015 de vergunningen kunnen worden aangevraagd. Het is mijn ambitie om het wetsvoorstel Algemeen Pensioenfonds na het zomerreces bij uw Kamer in te dienen. Tevens ben ik voornemens de bijbehorende lagere regelgeving tijdig gereed te hebben, zodat mogelijke vergunningaanvragers hier kennis van kunnen nemen. DNB kan de vergunningaanvragen uiteraard pas in behandeling nemen op het moment dat de wet formeel in werking is getreden. Wel kan DNB zich inspannen om zo tijdig mogelijk de relevante informatie voor het indienen van een vergunningaanvraag te ontsluiten via het op instellingen gerichte portal Open Boek Toezicht. Ik vertrouw erop dat dit tegemoet komt aan het belang van alle partijen voor een gestroomlijnd vergunningsproces.

GEEN REACTIES