Prijskaartje akkoord Aegon-Optas stopt niet bij 100 miljoen

De totale waarde van het akkoord is afhankelijk van het uiteindelijke tarief van de pensioenpremies.

In een persbericht laat Aegon weten tot een vergelijk te zijn gekomen met de Stichting Belangenbehartiging Pensioengerechtigden van de Vervoer- en Havenbedrijven (BPVH). Zij hebben een akkoord bereikt onder meer over het beklemd vermogen van voormalig havenpensioenfonds Optas. Over dat vermogen, dat dient tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen is tot aan de Hoge Raad geprocedeerd. Elke keer luidde de uitspraak dat dit vermogen na overname van het pensioenfonds eigendom is van Aegon. We praten over een bedrag van ruim € 800 miljoen, dat Aegon als buffer vasthoudt als zekerheid voor het nakomen van de pensioenverplichting. Het beklemd vermogen mag alleen (deels) opgeheven worden na toestemming van de rechter.

Daarin voorziet het akkoord: beide partijen zullen de rechter vragen de beklemming op te heffen. Als de rechter daarin toestemt ontstaat financiële ruimte voor de verbetering van de havenpensioenen. Overeengekomen is dat Aegon 80 miljoen betaalt aan de Stichting BPVH. Ook draagt Aegon maximaal 20 miljoen bij ter compensatie van het verlies van pensioenopbouw als gevolg van mogelijke wetswijzigingen per 1 januari 2015.

Tot zover de gecalculeerde bedragen. Daarbovenop heeft Aegon ook een gunstiger tarief voor de pensioenpremies te gaan berekenen. Wat dat betekent en welke prijs Aegon daarvoor gaat betalen, is niet bekend, of wil de verzekeraar niet prijs geven. “Eerst willen we de uitspraak van de rechter afwachten.”

In feite komt de deal erop neer dat de verzekeraar een deel van haar solvabiliteitsmarge prijsgeeft. Om te beginnen 100 miljoen euro, maar zoals aangegeven zal dit bedrag oplopen tot een hoogte waarover Aegon geen uitspraak wil doen.

Ook gaat Aegon niet in op de vraag waarom zij het eerder zo belangrijk vond om deze buffer niet aan te tasten. “De procedures gingen over de eigendomsvraag en we hebben altijd het standpunt ingenomen dat we bereid waren verder te praten met BPVH.”

Dat laatste is juist, getuige haar persbericht van 8 februari 2011, waarin Aegon verklaarde: “Wij willen benadrukken dat wij nog altijd met de havenpartijen in overleg zijn om te komen tot een voor alle partijen acceptabele oplossing. Aan ons voornemen om tot een oplossing te willen komen doet de uitspraak van de Hoge Raad niets af.”

GEEN REACTIES