Kifid: Rabobank moet vooruitbetaalde hypotheekrente accepteren

Kifid: Rabobank moet vooruitbetaalde hypotheekrente accepteren
© Pixabay

De Rabobank mag zes maanden vooruitbetaalde hypotheekrente van een consument niet weigeren. De hypotheekrente – van een lening met een rentevastperiode – moet in beginsel gezien worden als een bestaande vordering. Dat oordeelt de Geschillencommissie van het Kifid na een klacht van een consument.

De consument wilde in 2016 zes maanden hypotheekrente vooruit betalen aan de Rabobank. Dit is fiscaal toegestaan en leverde hem voordeel op. De bank wilde hier niet aan meewerken, omdat het niet als service is afgesproken en het veel handmatig werk met zich meebrengt. De Rabobank is van mening dat ‘nog niet verschuldigde hypotheekrente’ een toekomstige vordering is en geen bestaande.

Bestaande vordering
De Geschillencommissie van het Kifid volgt deze redenering niet en concludeert dat hypotheekrente in beginsel een bestaande vordering is. Hierop is het burgerlijk recht, (art. 6:39 lid 1 BW) van toepassing: wanneer afspraken zijn gemaakt over een tijd waarop afspraken moeten worden nagekomen, dan kan nakomen van de afspraken niet eerder worden geëist. Maar de wet is geen belemmering om vrijwillig de afspraken eerder na te komen.

De Geschillencommissie beschouwt de hypotheekrente als een bestaande vordering, omdat de geldlening al is verstrekt en het verschuldigde rentetarief bekend was op het moment dat de consument vooruit wilde betalen. De bank heeft in haar voorwaarden nergens staan dat vooruitbetaling van rente niet is toegestaan. In dat geval zal de bank vooruitbetaalde hypotheekrente van de consument moeten accepteren. Omdat de consument in 2016 de hypotheekrente niet vooruit heeft kunnen betalen, heeft hij fiscaal schade geleden. De Rabobank moet aan de consument 300 euro schadevergoeding betalen.

Niet in alle situaties
Deze uitspraak van de Geschillencommissie betekent niet dat in alle situaties hypotheekrente vooruitbetaald kan worden, meldt het Kifid. Het rentetarief moet op het moment van vooruitbetalen bekend zijn en mag niet afhankelijk zijn van onzekerheden in de toekomst, denk bijvoorbeeld aan een variabele hypotheekrente of een rentecontract dat binnen zes maanden afloopt.

Indien een consument hypotheekrente vooruitbetaalt, dan kan de bank volstaan met het verstrekken van een bewijs van die vooruitbetaling. De Geschillencommissie oordeelt dat de bank voor het accepteren van vooruitbetaalde hypotheekrente kosten in rekening mag brengen aan de consument, mits de consument hierover vooraf is geïnformeerd en de kosten redelijk en inzichtelijk zijn. De kosten moeten direct zijn te herleiden tot de werkzaamheden die de bank hiervoor moet verrichten.

De uitspraak in deze klacht is bindend. Vanwege het principiële karakter heeft de voorzitter van de Geschillencommissie voor zowel de consument als voor de bank de mogelijkheid voor hoger beroep opengesteld.

Bron: Kifid

 

GEEN REACTIES