Kifid: Commissie van Beroep kan consument geen terugbetalingsverplichting opleggen

Kifid: Commissie van Beroep kan consument geen terugbetalingsverplichting opleggen

Anders dan de Geschillencommissie komt de Commissie van Beroep van Kifid tot het oordeel dat Reaal consumenten niet hoeft te compenseren voor een verminderde waardeopbouw van de verzekering als gevolg van in rekening gebrachte fondsbeheerkosten. Echter, de Commissie van Beroep kan aan een consument geen (terug)betalingsverplichting opleggen. En voor gegeven advies en informatie van de tussenpersoon is de verzekeraar niet zonder meer aansprakelijk. Dit blijkt uit de uitspraak van de Commissie van Beroep van Kifid over een beleggingsverzekering.

In augustus 1998 hebben de consumenten, door bemiddeling van een onafhankelijke en deskundige tussenpersoon, een beleggingsverzekering (Verzekerd Hypotheekfonds) afgesloten bij AXA Leven, een rechtsvoorganger van Reaal. De beleggingsverzekering is in december 2011 beëindigd door afkoop. In het kader van de Compensatieregeling heeft de verzekeraar in 2013 aan de consumenten een compensatie uitgekeerd voor te hoge kosten en voor het hefboom- en inteereffect.

De consumenten hebben zich bij Kifid beklaagd over onder meer de gebrekkige informatieverstrekking, het niet-vermelden van nominale kosten en over een te lage compensatie. Ook menen de consumenten dat de verzekeraar aansprakelijk gesteld kan worden voor gebrekkig advies door de tussenpersoon.

Reaal blijft op het standpunt staan dat zij consumenten over fondsbeheerkosten niet hoefde te informeren. De verzekeraar wil bovendien dat de compensatie die zij aan de consumenten heeft uitgekeerd, zoals de uitspraak van de Geschillencommissie verlangde, wordt terugbetaald.

Fondsbeheerkosten
Op het moment van afsluiten van de beleggingsverzekering, was de verzekeraar nog niet verplicht om consumenten te informeren over fondsbeheerkosten die derden in rekening zouden brengen. De Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers uit 1998 en de door het Verbond van Verzekeraars opgestelde Code Rendement en Risico 1998 waren in augustus 1998 nog niet van kracht. Voor de beleggingsverzekering van deze consument zijn wel de Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers uit 1994 en de Code Rendement en Risico 1996 van belang.

De Commissie van Beroep concludeert dat door de verzekeraar bij het afsluiten van de verzekering geen informatie is gegeven over fondsbeheerkosten. Waar in de bijlagen van de offerte wordt gesproken over ‘kosten van beheer’ hebben die geen betrekking op fondsbeheerkosten. Anders dan de Geschillencommissie in maart 2017 komt de Commissie van Beroep tot het oordeel dat de verzekeraar de consumenten níet hoeft te compenseren voor een verminderde waardeopbouw van de verzekering als gevolg van in rekening gebrachte fondsbeheerkosten.

Herberekening
Op grond van de bindende uitspraak van de Geschillencommissie in maart 2017 heeft de verzekeraar een herberekening gemaakt en aan de consument aanvullende compensatie uitgekeerd. Op basis van de uitspraak van de Commissie van Beroep zou deze compensatie dus niet nodig zijn. Echter, de Commissie van Beroep kan aan een consument geen (terug)betalingsverplichting opleggen. De Commissie van Beroep volstaat daarom met de melding dat ‘de consumenten aan de verzekeraar behoren terug te betalen’ wat de consumenten eerder hebben ontvangen van de verzekeraar als gevolg van de uitspraak van de Geschillencommissie.

Andere kosten
De Commissie van Beroep volgt de Geschillencommissie wel in de conclusie dat de verzekeraar vóór het afsluiten van de beleggingsverzekering de consumenten voldoende heeft geïnformeerd over de andere kosten die in rekening worden gebracht en wat dat betekent voor het uiteindelijke beleggingsresultaat. Het vermelden van kosten in euro’s (nominaal) was destijds niet verplicht.

Hefboom- en inteereffect
Over de vraag of de consumenten voldoende zijn gecompenseerd voor het hefboom- en inteereffect, kijkt de Commissie van Beroep naar de specifieke omstandigheden. In deze klacht tegen Reaal was geen sprake van het ‘bijzonder risico’, zo oordeelt de Commissie van Beroep. Er was geen reëel risico dat bij voortijdig overlijden geen enkele uitkering zou worden verstrekt. De Commissie van Beroep constateert verder dat de consumenten door de verzekeraar in het kader van de Compensatieregeling al zijn gecompenseerd voor het hefboom- en inteereffect.

Advies tussenpersoon
De uitspraak is helder over de aansprakelijkheid voor eventuele tekortkomingen van de assurantie-tussenpersoon. Voor het sluiten van deze beleggingsverzekering hebben de consumenten gebruikgemaakt van bemiddeling door een onafhankelijke en zelfstandige tussenpersoon. Zou er sprake zijn van gebrekkig advies en als gevolg daarvan schade, dan is de tussenpersoon hiervoor aansprakelijk en niet de verzekeraar. Het is aan de verzekeraar om over de beleggingsverzekering de vereiste informatie te verstrekken. Het is aan de tussenpersoon, aan wie de consumenten om advies hebben gevraagd, om te beoordelen of dit product passend is voor de consumenten. De verzekeraar was ook niet verplicht om te controleren of het advies van de tussenpersoon deugdelijk was.

Oneerlijke bedingen en dwaling
De consumenten stellen ook dat de verzekering oneerlijke bedingen bevat, zoals bedoeld in de Europese richtlijn over oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, en dat zij bij het sluiten ervan gedwaald hebben. Maar naar het oordeel van de Commissie van Beroep is in deze zaak van oneerlijke bedingen niet gebleken. Ook het beroep op dwaling wordt afgewezen omdat er naar de eisen van destijds voldoende informatie is verstrekt.

Bron: Kifid

www.findinet.nl/newsletter/
Klik op de banner en ontvang de wekelijkse Nieuwsbrief van Findinet op proef.

GEEN REACTIES