Rob Goedhart van de Stichting Geldbelangen eist dat ABN AMRO haar compensatieregeling voor te veel betaalde rente door consumenten opschort in afwachting van twee Kifid-uitspraken die binnenkort worden verwacht. Geldbelangen is het niet eens met de manier waarop de bank de compensatiebedragen berekent.
ABN AMRO heeft in het verleden te veel rente berekend over haar consumptieve kredieten en hypotheken. De bank is veroordeeld door de Commissie van Beroep van het Kifid om de te veel betaalde rente terug te betalen. In overleg met Consumentenbond Claimservice heeft de bank op 6 september bekendgemaakt dat zij dit aan haar klanten gaat compenseren.
Rob Goedhart is echter al enige tijd in discussie met de bank over de manier waarop deze de compensatie berekent. Volgens Goedhart telt de bank het rente-op-rente-effect niet mee. Hij noemt de manier van berekenen “een bank onwaardig”. Op 1 november houdt het Kifid een hoorzitting over de kwestie, daarom wil Goedhart dat de regeling tijdelijk wordt opgeschort.
Verder eist Geldbelangen dat ABN AMRO de finale-kwijting-bepaling uit de compensatieregeling haalt. “De bank doet een eenzijdig aanbod, aangemoedigd door Consumentenbond Claimservice en dus zal de consument al snel geneigd zijn om akkoord te gaan. Als die consument later een betere rechtspositie kan krijgen dan kan hij daarvan geen gebruik meer maken wanneer hij voor finale kwijting heeft getekend. Geldbelangen vindt dat de consument niet door de bank in zo’n onrechtvaardige positie kan worden gebracht.” Volgens Goedhart staat in de compensatieregeling die Credit Acgricole Consumer Finance NL in een vergelijkbare zaak aanbiedt, geen beding over finale kwijting.
Ten slotte heeft Goedhart er bezwaar tegen dat ABN AMRO de compensatie berekent vanaf 2008 in plaats van het begin van het contract. Het Kifid heeft al twee richtinggevende uitspraken gedaan in een klacht over Crédit Agricole Consumer Finance, waarin gesteld wordt dat er vanaf begin contract gerekend moet worden. Crédit Agricole zou echter pogingen doen om daartegen in beroep te gaan.
Bron: Stichting Geldbelangen
