Geen logica in kosten pensioenfondsen

Opvallend: deelnemers zijn bij een bpf duurder uit dan bij een opf en de vermogensbeheerkosten stegen terwijl het rendement met 75% terugliep.

Het rapport Werk in uitvoering bij pensioenfondsen biedt een inkijk in de pensioenbeheer-, vermogensbeheer- en transactiekosten van Nederlandse pensioenfondsen in de jaren 2011 t/m 2013. Althans, voor zover de jaarverslagen daar duidelijkheid over verschaffen.

Jeroen Koopmans, partner van LCP Netherlands, die in opdracht van de Pensioenfederatie de kostenopgave van pensioenfondsen onderzocht is kritisch: “De kosten van pensioenfondsen worden steeds vaker inzichtelijk gemaakt, maar niet per definitie beter. Regelmatig worden de Aanbevelingen van de Pensioenfederatie niet volledig gevolgd en ontbreekt essentiële informatie. Het gebeurt bovendien zelden dat het bestuur een oordeel geeft over de omvang van de gemaakte kosten.”

Verder constateert het rapport: “Mede dankzij de in 2011 gepubliceerde Aanbevelingen van de Pensioenfederatie geven de meeste pensioenfondsen inmiddels een redelijk tot goed cijfermatig inzicht in de kosten van het pensioen- en vermogensbeheer. Het merendeel geeft ook inzicht in de transactiekosten.

Helaas constateren wij ook dat een behoorlijk aantal pensioenfondsen de Aanbevelingen niet volledig toepast, waardoor kosten- en rendementscijfers niet eenduidig te interpreteren zijn en de onderlinge vergelijkbaarheid van pensioenbeheerkosten, vermogensbeheerkosten en transactiekosten beperkt wordt. Bovendien schort het naar onze mening nog te vaak aan een toelichting in het jaarverslag of en waarom het bestuur van mening is dat de gemaakte kosten nodig waren en van een aanvaardbaar niveau. Het zou goed zijn indien de pensioenfondsen ook op dit vlak stappen zetten.

Extra kosten in 2015

Door de versoberingen in veel pensioenregelingen zullen de te ontvangen werkgevers- en werknemersbijdragen mogelijk omlaag gaan, maar de pensioenbeheerkosten zullen naar onze verwachting niet of nauwelijks dalen. Integendeel, de hervormingen van het pensioenstelsel zullen in 2014 en ook in 2015 waarschijnlijk leiden tot extra kosten. Het is aan de besturen om hier kritisch naar te kijken en daarover verantwoording af te leggen aan alle belanghebbenden.”

Pensioenbeheerkosten

Jaarlijks spenderen de pensioenfondsen circa € 1,0 miljard aan pensioenbeheerkosten. Dit komt neer op € 120 per deelnemer per jaar, gemeten over een 3-jaarsperiode. Voor de onderzochte pensioenfondsen was dit 3-jaarsgemiddelde vorig jaar nog € 121. Zonder het ABP en PFZW bedragen de kosten per deelnemer € 145 per jaar. De variatie in het niveau van de pensioenbeheerkosten is bijzonder groot.

Vermogensbeheerkosten

Circa 93% van de pensioenfondsen rapporteerde de vermogensbeheerkosten en 74% de transactiekosten.

De gewogen gemiddelde vermogensbeheerkosten bedroegen in 2013 0,54% van het gemiddelde pensioenvermogen, 1 basispunt meer dan in 2012. De gerapporteerde transactiekosten in 2013 waren gemiddeld 0,09% van het pensioenvermogen, 1 basispunt minder dan in 2012. De grootste fondsen gaven relatief meer uit aan vermogensbeheerkosten en minder aan transactiekosten.

Van de onderzochte pensioenfondsen was het gemiddelde beleggingsrendement in 2013 gelijk aan 3,4%, waar dit in 2012 voor deze fondsen 13,5% was.

Het rapport merkt daarover op: “We hebben geen directe relatie gevonden tussen de vermogensbeheerkosten (inclusief transactiekosten) van pensioenfondsen en het behaalde beleggingsrendement. Er blijken wel aanmerkelijke kostenverschillen tussen bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen.”

De vermogensbeheerskosten bedragen bij Ondernemingspensioenfondsen 0,33% van het belegde vermogen. 16% van de betaalde kosten betreft een prestatieafhankelijke vergoeding.

Bij bedrijfstakpensioenfondsen gaat het om 0,60% aan kosten. 35% van de betaalde kosten is prestatieafhankelijk.

Beroepspensioenfondsen betaalden 0,68% van het belegd vermogen aan beheerkosten. 16% van de kosten betrof een prestatieafhankelijke vergoeding.

Enorme verschillen

De gerapporteerde vermogensbeheer- en transactiekosten variëren wederom sterk, tussen 0,04% en 1,14%.

Het rapport: “In lijn met onze bevindingen van vorig jaar geldt dat voor de twee grootste pensioenfondsen van Nederland het totale kostenpercentage significant hoger ligt dan het gemiddelde van alle pensioenfondsen. Deze twee fondsen rapporteren gemiddeld 0,69% aan vermogensbeheerkosten, terwijl dit voor de overige fondsen 0,39% van het gemiddelde pensioenvermogen is.”

“De totale vermogensbeheerkosten bedroegen in 2013 € 4,9 miljard en de transactiekosten € 0,8 miljard, samen € 5,7 miljard, hetgeen in lijn is met onze inschatting in ons rapport van vorig jaar. Indien wij aannemen dat de gepubliceerde vermogensbeheer- en transactiekosten over 2012 en 2013 maatgevend zijn voor 2014, dan schatten wij in dat de totale kosten gerelateerd aan vermogensbeheer in 2014 neerkomen op € 6,0 miljard.

Hiervan gaat dan circa € 5,1 miljard op aan vermogensbeheer en € 0,9 miljard aan transactiekosten.

Zoals we hiervoor hebben geconstateerd, zijn de vermogensbeheerkosten in 2013 van een vergelijkbaar niveau als in 2012, namelijk 0,54% respectievelijk 0,53%. Het totaal gemiddeld belegd vermogen van de 234 onderzochte pensioenfondsen is in 2013 ten opzichte van 2012 gestegen met ruim € 80 miljard. De toegenomen schaalgrootte lijkt niet te hebben geleid tot inkoopvoordelen voor de pensioenfondsen.”

Rendementen

“Het totaal behaalde beleggingsrendement in 2013 bedraagt 3,4% (2012: 13,5%). We constateren bovendien dat de twee grootste pensioenfondsen in 2013 met gemiddeld 5,4% een hoger rendement hebben behaald dan de rest, waar een gemiddeld rendement van 1,8% gerapporteerd werd (gewogen met het pensioenvermogen).

Voor deze overige fondsen geldt dat pensioenfondsen met een pensioenvermogen tot € 100 miljoen gemiddeld hogere rendementen rapporteerden (2,1%) dan grotere pensioenfondsen (1,7%). Het laagste gepubliceerde rendement in 2013 bedraagt -11,2% en het hoogste 12,0%.

GEEN REACTIES