DNB blijft hameren op versnelde afbouw hypotheekrenteaftrek

DNB jaarverslag

Ondanks alle maatregelen na het uitbreken van de financiële crisis zijn nog niet alle zorgen over de financiële sector verdwenen, meldt De Nederlandse Bank in haar jaarverslag over 2016. DNB maakt zich vooral zorgen om de woningmarkt en om de financiële weerbaarheid van verzekeraars en pensioenfondsen.

De onevenwichtigheden op de Nederlandse woningmarkt worden vooral veroorzaakt door subsidiëring van zowel koopwoningen als sociale huurwoningen, aldus DNB. Als gevolg is het middensegment op de huurmarkt nauwelijks ontwikkeld. Dit belemmert de natuurlijke doorstroming. Mede hierdoor is de schuld van huishoudens uitzonderlijk hoog, wat de Nederlandse economie extra gevoelig maakt voor schokken.

Daarom pleit DNB voor een verdere afbouw van de fiscale prikkels die het spaar- en leengedrag van huishoudens stimuleren, zoals een versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Aanvullend moet de – in internationaal opzicht zeer hoge – loan-to-value (LTV)-limiet geleidelijk worden verlaagd tot 90%. Dit betreft de maximale hypotheeklening afgezet tegen de waarde van het huis. Beide maatregelen helpen om huishoudens en financiële instellingen te beschermen tegen huizenprijsdalingen.

Verzekeringssector
Ook de financiële positie van verzekeraars blijft aandacht vragen van DNB. De afgelopen jaren zijn de resultaten bij de belangrijkste productgroepen van verzekeraars regelmatig negatief geweest. In de levensverzekeringssector staat de winstgevendheid extra onder druk, vooral door de lage rente. De rentegevoeligheid van Nederlandse levensverzekeraars blijkt ook uit de resultaten van de recente stresstest van de Europese autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (European Insurance and Occupational Pensions Authority – EIOPA). Die onderstreept de noodzaak voor levensverzekeraars om verder te gaan met het toekomstbestendig maken van hun bedrijfsmodellen en rekening te houden met een langdurige lage rente in het kapitaal- en dividendbeleid.

Ook in de schadeverzekeringssector is de winstgevendheid laag of zijn verzekeraars zelfs verlieslatend. De verhouding van de schadelast en kosten tot de premies is op de belangrijkste deelmarkten al een aantal jaren negatief. Vooral de markt voor motorrijtuigenaansprakelijkheid toont een zorgelijk beeld, maar ook andere deelmarkten zijn de laatste jaren verlieslatend. Voor een positief resultaat zijn verzekeraars in deze situaties afhankelijk van een voldoende positief beleggingsresultaat, wat met de huidige lage rente steeds moeilijker wordt.

Daar komt bij dat de verzekeringssector de komende jaren structureel zal veranderen. Verzekeraars komen voor fundamentele keuzes te staan: technologische, maatschappelijke en economische ontwikkelingen, een veranderend klantgedrag én de veranderende wet- en regelgeving hebben hun weerslag op de sector. Dit vraagt een extra inspanning van verzekeraars, toezichthouders en beleidsmakers om ook in de toekomst een duurzame, stabiele, efficiënte en maatschappelijk dienstbare verzekeringssector te waarborgen.

Tegelijkertijd bieden deze ontwikkelingen kansen voor zowel gevestigde als nieuwe partijen. Verzekeraars die hun verandervermogen versterken en succesvol innoveren, kunnen hun producten concurrerender aanbieden en hun marktaandeel en winstgevendheid vergroten. Verzekeraars die daar niet in slagen, moeten op zoek naar alternatieven, bijvoorbeeld een overname of de afbouw van activiteiten. Consolidatie is een belangrijk thema in de sector, getuige de overname van Vivat door Anbang en de voorgenomen overname van Delta Lloyd door Nationale-Nederlanden.

Pensioenstelsel
De financiële kwetsbaarheid van veel pensioenfondsen laat zien dat fundamentele hervorming van het pensioenstelsel onontkoombaar is, aldus DNB, zeker ook in een structurele lage-renteomgeving. De overgang naar een nieuw contract is ingewikkeld en vraagt om zorgvuldige analyse en besluitvorming.

In het huidige pensioenstelsel worden de verwachtingen van deelnemers ten aanzien van een zeker en waardevast pensioen niet waargemaakt. Ouderen worden onvoldoende beschermd tegen kortingen. Voor jongeren wordt daarentegen soms te weinig risico genomen in het beleggingsbeleid, wat op termijn leidt tot een lager pensioen. Ook is sprake van een ondoorzichtige en moeilijk uitlegbare herverdeling tussen generaties, onder meer als gevolg van de doorsneesystematiek, die het draagvlak voor het stelsel aantast.

DNB pleit voor een duurzaam pensioenstelsel met vijf kenmerken: heldere eigendomsrechten voor alle deelnemers, evenwichtige risicodeling tussen generaties, aansluiting bij de risicodraagkracht van groepen deelnemers, macro-economische stabiliteit en een bredere pensioenspaarplicht.

Bron: DNB

GEEN REACTIES