CPB en Netspar: nadelen afschaffing doorsneesystematiek vallen mee

CPB en Netspar: nadelen afschaffing doorsneesystematiek vallen mee
© Pixabay

Afschaffing van de doorsneesystematiek – zonder overgang naar een nieuw pensioenstelsel – is gunstig voor jongeren maar levert nadelen op voor de huidige actieve deelnemers. In een nieuwe studie blijken deze nadelen minder ernstig, vanwege de lagere rente. Bovendien is nu rekening gehouden met de premieruimte die ontstaat door afschaffing van de doorsneesystematiek. Het nadelige effect voor de deelnemers in de middenleeftijden is nu beperkt tot zo’n 5,5% van het aanvullend pensioen. Wanneer gelijktijdig wordt overgegaan op een nieuw pensioencontract, worden de nadelige effecten verder verminderd omdat er minder buffers hoeven te worden opgebouwd dan onder de huidige regeling. Dit schrijven het Centraal Planbureau en Netspar in hun rapport ‘Overgangseffecten bij afschaffing doorsneesystematiek’.

Tot op heden hanteren bijna alle pensioenfondsen de doorsneesystematiek: alle deelnemers betalen dezelfde premie en krijgen daar een zelfde pensioenopbouw voor terug, ongeacht hun leeftijd. Dit systeem is nadelig voor diegenen die vooral in het eerste deel van hun werkzame leven aan de pensioenregeling deelnemen. De jongeren betalen premie voor de pensioenopbouw van de ouderen.

Premie kan langer renderen
De afschaffing van de doorsneesystematiek in pensioen-uitkeringsovereenkomsten, heft de impliciete overdracht van jongere naar oudere werkenden op en sluit aan bij de steeds meer dynamische arbeidsmarkt. Het beoogde nieuwe pensioensysteem van degressieve opbouw vergemakkelijkt maatwerk en keuzevrijheid bij de inleg. In dit systeem betalen alle deelnemers nog steeds dezelfde procentuele premie, maar die inleg levert voor jongeren meer pensioenrechten op dan voor ouderen. De premie van jongere deelnemers kan immers langer renderen.

Het Ministerie van SZW heeft het Netspar en het CPB gevraagd om een overzicht te geven van studies naar de effecten van afschaffing van de doorsneesystematiek en een geactualiseerde inschatting te maken van de overgangseffecten mede in het licht van de lagere rente.

Premievrijval
Afschaffing van de doorsneesystematiek – zonder overgang naar een nieuw pensioenstelsel – levert een nadeel op voor de meeste van de huidige actieve deelnemers, vooral die tussen de 35 en 50 jaar oud. Opgeteld over alle verlieslijdende generaties bedraagt dit nadeel in de eerste tien jaar na de overgang circa 2,25 miljard euro per jaar. Dit daalt geleidelijk naar 0 in het jaar 2065. Het totale effect over deze periode voor bestaande deelnemers bedraagt ongeveer 60 miljard euro. Dit is minder dan werd becijferd in eerdere studies: toen kwamen onderzoekers uit op 100 miljard.

Dit verschil komt deels door de daling van de rente. Daarnaast wordt in dit nieuwste onderzoek ook rekening gehouden met de premievrijval door de afschaffing van de doorsneesystematiek. De premievrijval ontstaat doordat de premie van jongeren niet meer deels wordt aangewend voor de pensioenopbouw van ouderen. Hun premie kan dus langer renderen. Die premievrijval is kortom gunstig voor toekomstige deelnemers.

Bufferopbouw
Het nadeel voor bestaande deelnemers zal verder lager uitvallen, als de afschaffing van de doorsneesystematiek samenvalt met overgang naar een pensioencontract met een lagere bufferopbouw. Wanneer huidige generaties onder een nieuw pensioencontract minder buffers hoeven op te bouwen, dragen zij minder vermogen over aan toekomstige generaties.

In het huidige pensioencontract staat tegenover de impliciete schuld ook een impliciete overdracht aan toekomstige generaties vanwege de vereiste buffers voor pensioenfondsen. Wanneer huidige generaties onder een nieuw pensioencontract minder buffers hoeven op te bouwen, dragen zij minder vermogen over aan toekomstige generaties. Een ‘dubbele transitie’ dus, die leidt tot een tegengestelde beweging in de verdeling tussen generaties. Dit dempt de effecten op de pensioenopbouw voor bestaande deelnemers bij overgang naar een nieuw pensioenstelsel.

Bron: CPB, Netspar

GEEN REACTIES