BeFrank schetst hoe het pensioenstelsel zou moeten zijn

In de vorm van 10 aanbevelingen geeft BeFrank aan hoe het stelsel weer toekomstbestendig kan zijn en het draagvlak wordt hersteld.

Met een uitgebreide whitepaper levert BeFrank een bijdrage aan de maatschappelijke dialoog.

Sterk verkort luiden de aanbevelingen:

Aanbeveling 1 – Introduceer een pensioenplicht

Het introduceren van een individuele pensioenplicht maakt de mogelijkheden van pensioenopbouw in de tweede pijler beschikbaar voor alle werkenden. Zo wordt voorkomen dat niet iedereen dezelfde mogelijkheden heeft om een goed pensioen op te bouwen. Vooral voor de ZZP’ers heeft dit enkele voordelen.

Aanbeveling 2 – Het pensioen als persoonlijk eigendom

Pensioen is een arbeidsvoorwaarde. Is het dan niet logischer om pensioen te zien als een beloning voor arbeid? Je ontvangt een beloning voor de verrichte arbeid in de vorm van salaris op jouw bankrekening. Daarnaast ontvang je een bijdrage van jouw werkgever voor je pensioen op jouw eigen pensioenrekening..

Aanbeveling 3 – Herijk de definitie van solidariteit

Solidariteit kan vormgeven worden als het ex-ante delen van financiële risico’s die individueel niet gedragen kunnen worden.

De nieuwe invulling van de solidariteit impliceert een pensioenregeling waarbij het beleggings- en renterisico liggen bij de deelnemer. Het risico op arbeidsongeschiktheid en overlijden worden met elkaar gedeeld.

Aanbeveling 4 – Vervang de doorsneepremie door een actuariële premie

Actuarieel gezien, betaalt een jongere teveel en een oudere te weinig voor het pensioen. Bovendien wordt het pensioen voor de huidige jonge werknemer nooit van hetzelfde niveau als dat van de huidige oude werknemer, omdat de opbouwpercentages worden verlaagd.

De aanbeveling is om af te stappen van de doorsneepremie en over te gaan op een leeftijdsafhankelijke, actuarieel kostendekkende pensioenpremie.

Aanbeveling 5 – Maak de rentevisie onderdeel van het beleggingsbeleid

De rentevisie, zoals verwerkt in de macrostabiele discontovoet of bij de totstandkoming van de UFR, zou niet door experts vastgesteld moeten worden, maar een plaats moeten krijgen in het beleggingsbeleid van de pensioenfondsen. Te vaak wordt er nog belegd voor een hoog rendement, terwijl het zou moeten gaan om de optimalisatie van de pensioenuitkering.

Aanbeveling 6 – Communiceer over risico’s

Het rente- en het beleggingsrisico komt nog meer bij de werknemer liggen.

Het communiceren over de mate van risico is mogelijk door een ALM-model te hanteren en individueel beschikbaar te maken. Voor een werknemer kunnen scenario’s worden doorgerekend. Deze uitkomsten worden gepresenteerd zodat de werknemer weet wat er verwacht kan worden op de pensioendatum.

Aanbeveling 7 – Bied online dienstverlening

Pensioenuitvoerders kunnen iedere deelnemer een eigen online pensioen portaal bieden. De deelnemer kan hier eenvoudig inzien wat alle pensioenafspraken zijn, de pensioenbeleggingen realtime volgen, inzien wat de kosten zijn, het beleggingsbeleid inzien, het rendement bekijken, de hoogte van het te verwachte pensioen en de mate van risico zien. Tevens kunnen online wijzigingen worden doorgegeven door de werknemer.

Aanbeveling 8 – Kies voor duidelijke en interactieve communicatie

Door het hanteren van een aantal vuistregels voor heldere en moderne communicatie kan een actieve bijdrage worden geleverd aan het pensioenbewustzijn in Nederland. De pensioencommunicatie hoeft niet alleen gelezen worden, maar moet ook begrepen worden. Daarbij dient de informatie altijd en overal toegankelijk zijn.

Bij communiceren gaat het om de dialoog. Als de werknemer actief aan de slag wil, kan een webinar gevolgd worden of met behulp van skype gebruik worden gemaakt van het online spreekuur.

Aanbeveling 9 – Geef de werknemer keuzevrijheid

Door het verschil tussen de pensioenuitvoerders, geeft het een onbehaaglijk gevoel als er niets te kiezen is. Bovendien past de regie die de werkgever heeft over het pensioen niet meer bij de veranderde rol van arbeid. De keuzevrijheid kan vooral op twee fronten worden verruimd, te weten uitvoering en beleggingen.

.

Werknemers zouden zelf de pensioenuitvoerder moeten kiezen die het beste bij hun persoonlijke voorkeuren aansluit. Door de invloed en betrokkenheid zal ook het pensioenbewustzijn toenemen. Bovendien loont het voor de pensioenuitvoerders om te innoveren en om te diversifiëren.

Bij indiensttreding geeft de werknemer het rekeningnummer van zijn of haar persoonlijke pensioenrekening door aan de werkgever.

Waardeoverdrachten zijn hierdoor bij het wisselen van werkgever niet meer nodig.

Keuzevrijheid van beleggingen

Een pensioenuitvoerder kan de werknemer laten kiezen uit enkele beleggingsopties of profielen. Ieder profiel heeft een eigen beleggingsmix en risico-rendementsverhouding.

Met extra waarborgen en voldoende ondersteuning is het tevens mogelijk om zelf te beleggen of te sparen.

De keuzevrijheid betekent overigens niet dat er gekozen moet worden. Als er door de werknemer geen keuze wordt gemaakt dan wordt er prudent belegd.

Aanbeveling 10 – Vereenvoudig het pensioenstelsel

Als de regie bij de werknemer komt te liggen en het regeer- en sociaal akkoord aansturen op een defiscalisering van het pensioen, waarom moeten we dan nog het onderscheid tussen de tweede en de derde pijler handhaven?

Praktisch gezien maakt het niet uit wat de type regeling is. De regeling komt echter zowel qua verwachting als qua inhoud het dichtst in de buurt van een DC-regeling.

GEEN REACTIES