De vier Nederlandse grootbanken maken zich zorgen over de mankracht die ze moeten inzetten voor het benaderen van klanten met een aflossingsvrije hypotheek. Dit meldt het Financieele Dagblad na een rondgang langs de banken.
Volgens toezichthouder AFM kunnen consumenten aan het einde van de looptijd van hun aflossingsvrije hypotheek in de problemen komen. Banken moeten hen daarop wijzen. De banken zijn bang dat ze daarvoor zoveel capaciteit in moeten zetten, dat ze geen tijd meer overhouden voor ‘gewone’ hypotheekverstrekking.
Wel vinden alle vier de banken dat ze zelf al op de goede weg zijn met hun analyse en benadering van potentiële probleemklanten – en dat deze groep slechts een omvang heeft van hooguit tienduizenden klanten, aldus het FD.
Aflossen of herfinancieren
Circa 1,1 miljoen klanten heeft een grotendeels aflossingsvrije hypotheek. De AFM stelde onlangs dat een deel van deze groep in de problemen kan komen wanneer er onvoldoende spaar- of pensioengeld is. Want de hypothecaire leningen moeten doorgaans na dertig jaar toch worden afgelost of geherfinancierd.
De AFM vindt dat de banken zich bij het in kaart brengen van probleemgevallen moeten baseren op ‘echte’ data zoals inkomen en niet op aannames. Maar banken beschikken niet over alle informatie . Als klanten niet bij de bank sparen waar ze hun hypotheek hebben lopen, of ze hebben elders een beleggingsrekening, heeft de bank er geen zicht op. Ook of en hoeveel pensioen de klant spaart, is geen openbaar gegeven.
De AFM stelt voor dat banken beginnen met de gevallen die de meeste kans op problemen: de groep met een aflossingsvrije hypotheek van meer dan 100% van de woningwaarde die dicht bij de einddatum zit. Maar uiteindelijk zullen de banken toch een grote groep onder de loep moeten nemen.
Bron: FD
