AFM over bemiddelen zonder samenwerkingsovereenkomst

Kockelkoren: рEen adviseur kan via van het internetkanaal van de aanbieder, als zaakwaarnemer van zijn klant, bemiddelen.с Maar hoe zit het dan met zorgplicht en portefeuillerecht?

Waarnemend voorzitter van de AFM Theodor Kockelkoren heeft een speech gehouden tijdens de Verzekeringsbranchedag 2013. Hij ging onder meer in op de discussie met betrekking tot de beperkte toegang die adviseurs hebben bij aanbieders.

Voor de adviseur speelt die beperking niet, merkte hij terecht op: “Iedere adviseur, ongeacht het hebben van een overeenkomst, kan een product adviseren aan zijn klant. Immers, elke gediplomeerde adviseur kan op basis van zijn algemene productkennis en de productspecifieke informatie die door de aanbieder sowieso moet worden verstrekt aan de consument, een product doorgronden en zodoende een product meenemen in zijn advies. Dus voor de pure adviseur zijn de overeenkomsten eigenlijk niet meer nodig.”

Bemiddelen

“Maar dan het bemiddelen”, vervolgde hij. “Vanuit het perspectief van de klant bezien is het vervelend als zijn adviseur, zijn zaakwaarnemer, in deze fase van de dienstverlening niet thuis moet geven. Dit vraagstuk is overigens niet nieuw. Jaren geleden hadden veel adviseurs en bemiddelaars een beperkt aantal aanstellingscontracten. Meer kon niet, want de aanbieders stelde productie-eisen waar de kleine ondernemer niet aan kon voldoen als hij meer dan drie aanstellingen zou hebben. De Service Providers zijn in dit gat gesprongen, mede gestimuleerd door de omzetbonussen die hierdoor sneller binnen bereik kwamen. Maar hoe moet dat nu? Want vandaag de dag stellen aanbieders nog altijd eisen, niet iedere ondernemer krijgt zomaar een dergelijk contract.”

Kockelkoren draagt de volgende oplossing aan: “Veel aanbieders zijn nu al doende om internetwinkels te ontwikkelen en openen voor hun klanten. Een ontwikkeling waar risico´s aan vast kunnen zitten. Immers, kan een klant zelfstandig wel tot goede keuzes komen? Tegelijkertijd, biedt deze ontwikkeling ook kansen, zowel voor ondernemers als klanten. Een adviseur kan namelijk met gebruik van deze kanalen, als zaakwaarnemer van zijn klant, de bemiddeling van producten ter hand nemen. Dit nadat hij een passend advies heeft gegeven aan deze klant. De adviseur kan dit doen zonder aanstellingsovereenkomst. Hij is niet gebonden door de toetredingsdrempels van de aanbieder – hij kan bij iedere aanbieder met een dergelijk kanaal aan de slag. De zorg die we bij dit scenario wel eens horen, namelijk dat de aanbieder geen idee heeft welke adviseurs op deze manier actief zijn, begrijpen we misschien wel als we over onze schouder terugkijken. Echter, kijkend naar de toekomst, waarin dit scenario mogelijk een realiteit wordt, is deze zorg misschien minder passend. Kwaliteitsbewaking kan immers op vele manieren.”

Zorgplicht

Het toekomstbeeld dat Theodor Kockelkoren schetst is reëel. Alleen moet naast de vraag of de markt al helemaal klaar is voor deze nieuwe realiteit ook de vraag beantwoord worden of de wetgeving hierop is ingericht. Daar zijn vraagtekens bij te plaatsen. Zo makkelijk als hier het voor de klant op internet invullen van de aanvraag gelijkgesteld wordt aan ‘bemiddelen’ is het niet. Bemiddelen is een activiteit waaraan de Wft consequenties verbindt. En dat is niet het geval voor het invullen van een digitaal formulier als zaakwaarnemer van de klant. Mocht die handeling uitgelegd worden als een bemiddelingsactiviteit dan zijn daar zorgplichtvoorwaarden aan verbonden. En breder gezien: bij wie ligt in geval van dat zaakwaarnemerschap de zorgplicht voor de gesloten overeenkomst? Het ligt voor de hand dat die bij de aanbieder wordt gelegd en niet bij de zaakwaarnemer. Dat zaakwaarnemerschap valt later overigens ook nauwelijks te controleren.

Portefeuillerecht

Als de AFM deze handeling beschouwt als bemiddeling, dan ligt het voor de hand dat de post behoort tot de portefeuille van de adviseur/bemiddelaar. Maar hoe toont hij dat aan ten opzichte van de aanbieder? En gaat de aanbieder daarmee akkoord zonder samenwerkingsovereenkomst?

Het is duidelijk dat voor veel op de toekomst gerichte oplossingen de Wft een blok aan het been vormt. Daarom lijkt het beter de verhoudingen binnen de distributieketen eerst fundamenteel te regelen en aan de hand daarvan met praktische oplossingen te komen.

Jan Aikens

GEEN REACTIES