Adfiz: wijziging brandregresregeling maatschappelijk onverantwoord

Adfiz uit kritiek op het feit dat brandverzekeraars gebruik gaan maken van hun regresrecht op zakelijke klanten.

In 2012 heeft de algemene ledenvergadering van het Verbond besloten de Bedrijfsregeling Brandregres aan te passen. De huidige regeling zou voor particulieren gehandhaafd worden en voor niet-particulieren (de zakelijke markt) niet meer van toepassing zijn.

Dat besluit is geëffectueerd in de nieuwe Bedrijfsregeling Brandregres 2014.

Wettelijk zijn brandverzekeraars bevoegd om de uitgekeerde brandschade te verhalen op de partij die voor deze schade aansprakelijk is. De bestaande regeling houdt in dat, met uitzondering van gevallen van opzet of misdrijf, van deze bevoegdheid in de praktijk geen gebruik wordt gemaakt.

Vanaf 1 januari 2014 geldt een uitzondering voor niet-particulieren.

Een belangrijke reden is dat verzekeraars het bezwaarlijk vinden dat geen regres kan worden genomen op bedrijven die (brand)gevaarlijke werkzaamheden uitvoeren en door het bestaan van de regeling minder noodzaak voelen om aandacht aan preventie te besteden. Ook leidt de regeling op de zakelijke markt tot teveel verstoring van de concurrentieverhoudingen tussen leden en niet-leden van het Verbond.

Verzekeraars konden al hun regresrecht uitoefenen bij schaden tussen 5.000 en 5 miljoen euro. De beperking tot een miljoen vloeide voort uit de gedachte dat bedrijven zich tot dit bedrag met een AVB kunnen verzekeren.

Deze beperking vervalt.

Verzekeraars zullen in de zakelijke markt regres kunnen nemen als de brand veroorzaakt is door onzorgvuldige handelingen of nalatigheden die tot aansprakelijkheid leiden. Ongeacht de hoogte van de schade.

Een uitzondering wordt gemaakt voor de niet-particuliere huurder, pachter, lessee, bruiklener en bewaarnemer. De door de eigenaar afgesloten brandverzekering wordt gezien als een mede in het belang van die personen gesloten verzekering. Huurder, pachter en lessee betalen indirect, via de huurpacht of leasesom, mee aan de premie voor de verzekering. Het begrip huurder wordt ruim uitgelegd. Het betreft niet alleen de persoon die het huurcontract met de verhuurder heeft gesloten, maar ook alle inwonende gezinsleden, huisgenoten, werknemers etc.

De regeling heeft betrekking op schaden die na 31 december 2013 optreden.

Reactie Adfiz

“De wijziging van de brandregresregeling heeft niet tot gevolg dat de brandpremies naar beneden gaan”, constateert Adfiz. “Dat is vreemd, want de brandverzekering dekt immers minder risico af dan voorheen. De verzekeraars voeren daarop aan dat de premies eerder omhoog zouden moeten. Het aantal grote branden stijgt, zo zeggen zij. De intermediaire makelaars constateren echter in hun praktijk dat er in de markt voor brandverzekeringen nog voldoende ruimte is voor concurrentie. Dat betekent dat de huidige marges op brandpremies nog zodanig hoog zijn, dat verzekeraars de premies soepel naar beneden bij stellen, wanneer zij een scherpe prijs moeten bieden om een klant binnen te halen.”

Consequentie van de nieuwe regeling is, dat bedrijven het verzekerd bedrag op hun AVB moeten verhogen. “Daar komt bij dat het in de praktijk niet mogelijk zal blijken via de aansprakelijkheidsverzekering de risico’s volledig af te dekken die niet meer gedekt zijn door wijziging van de brandregresregeling. Per saldo gaan die bedrijven meer betalen voor het afdekken van minder risico. Het premievolume voor het afdekken van risico’s bij brand neemt dus fors toe.”

Hoewel de handelwijze van verzekeraars voor het intermediair extra inkomsten kan opleveren, “vinden de intermediaire makelaars deze handelwijze van het Verbond maatschappelijk onverantwoord. Klanten betalen meer voor minder en een deel van de klanten weet voortaan niet of zijn risico op aansprakelijkheid voldoende is afgedekt. Bedrijven zullen daardoor failliet kunnen gaan, zo blijkt ook uit de praktijk in het buitenland. In een tijd waarin veel bedrijven zich in economisch zwaar weer bevinden, is een dergelijke lastenverzwaring en een vergroting van ongedekt ondernemersrisico extra wrang te noemen.”

Er rest voor Adfiz maar één conclusie: “De verzekeraars verhogen met deze wijziging op oneigenlijke gronden hun premieopbrengsten. Het Verbond van Verzekeraars is doof voor de bezwaren die Adfiz namens haar intermediairs tegen de wijziging van de regeling aanvoert. Nu overleg met het Verbond niets oplevert, zal Adfiz via politieke en publieke kanalen dit gedrag van de verzekeraars ter discussie stellen.”

GEEN REACTIES