Het aantal diefstallen van gemotoriseerde tweewielers (brommers/snorfietsen en motoren) is dit jaar met een derde gestegen ten opzichte van 2021. Het Landelijk Intelligence- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) noemt de toename verontrustend.
Tot en met juli zijn er in totaal 7.212 brom- en snorfietsen gestolen tegenover 5.317 in dezelfde periode van 2021. “Een verontrustende stijging, maar aan de andere kant lijkt het voor brom- en snorfietsen weer business as asual te zijn. Het ligt dichtbij het gemiddelde diefstalcijfer van de afgelopen zes jaar”, aldus André Bouwman van het LIV.
Bij de motoren liggen de aantallen op 983 (2022) en 733 (2021). “Ook een verontrustende stijging van iets meer dan 34 procent ten opzichte van 2021. En als we dit vergelijken met de afgelopen zes jaar, voor een deel dus ook de pre-coronajaren, dan is er wél sprake van een forse stijging”, rekent Bouwman voor.
Verschillende oorzaken
Hij benadrukt dat de diefstallen voor een groot deel in de grote steden (Den Haag, Rotterdam en Amsterdam) plaatsvinden. “Zo’n veertig procent van de tweewielers wordt daar gestolen. En gek genoeg valt Groningen ons ook op.”
Bouwman vermoedt dat de oorzaak ligt in de steeds moeilijker wordende mobiliteit voor auto’s in de grote steden. “Een parkeervergunning in het centrum van een van de grote steden is niet alleen lastig te krijgen, maar ook vaak kostbaar. Zowel het parkeren als de mobiliteit van tweewielers is in grote steden dus makkelijker én een stuk goedkoper. Daarnaast kunnen de gestegen brandstofprijzen een rol spelen.”
Meer preventie
Het LIV pleit voor meer publiek-private inzet op preventie. Informatie is te vinden bij het CCV en bij de Stichting ART. Statistieken over gestolen en teruggevonden voertuigen per gemeente zijn te vinden op de website van het LIV.
Bron: Verbond van Verzekeraars
