Eigen Pensioenpotjes : de plussen en de minnen

Persoonlijke pensioenpot moet wantrouwen over pensioen wegnemen
© Px

Door Guus Pijnenburg
(Eerste publicatie: mei editie 2017 Pensioen & Praktijk)

Een eigen pensioenpotje klinkt zo gek nog niet. Al dat gedoe over mijn en dijn lijkt in één keer opgelost. Heel transparant ook allemaal.
En kijk eens naar het draagvlak: al die politici en experts die het aanprijzen.

Wie ben jij dan, als eenvoudige pensioenklant, om daaraan
te twijfelen? Nou, het gaat wel over jóúw pensioen, hè? Daarom: laat
dat promoteam lekker voorbijrazen. Eerst eens uitzoeken wat het
precies betekent.

Eigen pensioenpotjes: 
de plussen en de minnen
Om te beginnen: hoeveel pensioen krijg je straks per maand uit jouw pot? Ten tweede: hoe zit het met de fiscus? En tot slot: hoe wordt de uitvoering ervan geregeld?
Een rondje langs de
* actuaris Lieke Werner (Keylane),
* fiscalist Bastiaan Starink (PwC/Tilburg University) 
* uitvoerder Sjaak Zonneveld (Bright Pensioen).

TER OVERNAME: LANGLEVENRISICO UIT EIGEN POT
Lieke Werner : “Ik snap de voordelen ervan in de opbouwfase. Dat het transparant is, dat het aansluit bij de arbeidsmarkt, dat je het makkelijk kunt overdragen. Maar op het moment dat je met pensioen gaat, krijg je gewoon een uitkering. Heb je het dan nog wel over een kapitaal? Nee, het is niet zomaar een potje met geld, zo werkt het niet. Een van de belangrijkste problemen bij die eigen potjes is dat je niet weet hoe lang je met jouw kapitaal toe moet komen. Want niemand weet precies hoe oud hij wordt. Daardoor is het risico reëel dat je potje op een gegeven moment leeg is. Dat langlevenrisico is dermate groot, dat je het alleen af kunt dekken door het collectief te delen. Je bent dan niet meer je eigen potje aan het opeten. In plaats daarvan wordt er een collectieve pot gezamenlijk leeggegeten.”

‘DOE EENS DUIDELIJK’
Werner: “Als je dan in de uitkeringsfase per se de toen afname van de eigen potjes wilt communiceren, dan ga je in feite een soort van uitkeringsregeling (DB) nabootsen. Elke keer als blijkt dat je nog leeft,
moet jouw potje worden aangevuld met het zogenoemde biometrisch rendement. Het punt is dat de individuele deelnemer niet zelf per periode kan controleren wat zijn benodigde biometrische rendement
is. De vraag is dus of een gepensioneerde wel meer inzicht krijgt door communicatie in kapitalen, want die pensioenpot verandert continu. Er komt rendement bij, er gaan uitkeringen uit, en er gaan eventueel
kosten af voor de langleven verzekering. Als je dat goed wilt doen, dan moet je dat eigenlijk allemaal maandelijks berekenen. Dat is technisch gezien zeker mogelijk, maar niet per se eenvoudiger dan bij een
DB-regeling. Bovendien vergt het aanpassing van de huidige systemen en dat brengt weer kosten met zich mee. De vraag is dus wat de deelnemer in de uitkeringsfase gaat winnen met individuele potten. Het
communiceren van het maandelijkse inkomen tijdens de uitkeringsfase is veel duidelijker en precies wat de deelnemer wil weten. Dat kan ook bij individuele potjes. Communiceer in de uitkeringsfase dus vooral uitkering. En, hoe moeilijk het ook is, vertel er dan meteen bij dat die uitkering mogelijk varieert.”

MEER VERTROUWEN
Bastiaan Starink wijst op de potentie van individuele potjes om het vertrouwen in het pensioenstelsel te herstellen: “Voor reparatie kijk je naar de oorzaken van de huidige vertrouwenscrisis. De eerste reden is dat beloftes niet zijn waargemaakt. De tweede reden is dat de eigendomsrechten onduidelijk zijn. Mensen hebben jaren ergens voor betaald, maar weten niet precies waar dat geld terecht is gekomen. Ik denk dat overstappen naar individuele potjes de enige manier is om het vertrouwen te herstellen. Om te beginnen beloof je niets meer wat je niet waar kunt maken. Daarnaast blijkt onder meer uit Australisch onderzoek dat het vertrouwen toeneemt als mensen inzicht hebben in wat er met hun geld gebeurt. En bij individuele potjes zie je dat precies.”
Tot zover de directe inkomsten en uitgaven.

RISICODELING EN TRANSPARANTIE
Hoe transparant zijn die individuele potjes bij risicodeling?
Starink:Tijdens de opbouwfase is het sowieso helder, je ziet wat je per maand aan premie betaalt en wat daarvan in je eigen potje terechtkomt. Bij de uitkeringsfase heb je een pot met kapitaal waar, naast spaargeld, ook premie in zit voor een collectieve langlevenrisico
verzekering. Op zich is het goed dat die verzekering collectief is, want de individuele inleg daarvoor is eenvoudig transparant te maken. Er zijn
voorstellen van Netspar waarin precies staat hoe dat eruitziet.”

“Stel: je hebt € 300.000 in de pot, daar gaat je maandelijkse uitkering af, er komt bijvoorbeeld € 100 bij aan rendement, tegelijkertijd gaat er € 50 uit aan risicopremies, dus aan het eind van de maand
heb je zoveel over.”

FISCAAL GENIETEN, MAAR GEEN GARANTIE
Ook fiscaal is het een feestje:

Starink : “Op het moment hebben we nog een pensioenstelsel en een lijfrentestelsel, elk met aparte fiscale regels. Die kun je allemaal gelijktrekken als je naar dat systeem van individuele
potjes gaat. Dat maakt het fiscaal een stuk eenvoudiger.
Iedereen kan er ook gebruik van maken, ongeacht of je nou zzp’er, werknemer of DGA bent.”
“Hoe moeilijk het ook is, vertel er meteen bij dat die uitkering mogelijk varieert!”

Zijn er ook nadelen?
Starink: “Er is vooraf geen garantie voor wat je na pensionering ontvangt. Dat kun je als nadeel zien. Overigens was die garantie er nooit. Het punt is, volgens mij, dat je als burger daarmee
moet leren omgaan. Er is niet een soort membraan tussen jou en de boze economie, je bent er gewoon onderdeel van.”

HOE DE VOORDELEN SAMENHANGEN
Sjaak Zonneveld ‘doet’ in eigen potjes voor zijn cliënten. Daarom aan hem niet de vraag wat de voordelen zijn, maar wat de consequenties zijn als je ze doorvoert:
Zonneveld : “Het belangrijkste is dat het een stuk eerlijker is, omdat je allerlei bizarre vormen van solidariteit, zoals de doorsnee-systematiek, elimineert. Dat betekent minder conflicten.
Ten tweede wordt pensioen veel begrijpelijker.
Een persoonlijke pensioenrekening geeft ook een gevoel van eigendom, waardoor de betrokkenheid toeneemt.”

PATERNALISME EN KEUZEVRIJHEID
Zijn we dan niet beland bij: Zoek het lekker zelf uit?
Zonneveld: “Nee, een stuk paternalisme is nodig. Als je mensen de keuze laat, sparen ze niet voor pensioen. De grote verplichtstelling is een ander verhaal. Dat je niets te zeggen hebt over wie jouw uitgestelde loon beheert, is niet meer van deze tijd. Ik begrijp het
verzet ook niet zo goed, want elk pensioenfonds kan het uitvoeren.”
Hoe ziet die uitvoering bij Bright Pensioen eruit? “De klant wordt standaard ingedeeld in een bepaalde risicocategorie en op het eind werken we met life cycles.
Bij pensionering koop je gewoon een uitkering aan: geïndexeerd of met doorbeleggen. Dan kun je kiezen.”

 

GEEN REACTIES