2023 lijkt financieel beter te worden

2023 lijkt financieel beter te worden

De meeste huishoudens gaan er in 2023 in koopkracht op vooruit. De verbetering kan met 0,5% bescheiden zijn, maar kan ook oplopen tot 8%. Doordat de overheid een groot aantal maatregelen heeft genomen om het leven betaalbaarder en het inkomen hoger te maken, kunnen huishoudens weer even ademhalen na de grote uitgavenstijgingen van het afgelopen jaar. Dit meldt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) op basis van nieuwe koopkrachtberekeningen.

Tot 8,1% vooruitgang

Het Nibud berekende voor 117 voorbeeldhuishoudens hoe hun koopkracht het komende jaar gaat veranderen. Van al deze huishoudens is er maar één type dat erop achteruit gaat: alleenstaande zelfstandigen met een inkomen van € 65.000 leveren 0,2% in. In het algemeen komen de zelfstandigen er niet goed vanaf. Van de 17 onderscheiden typen zijn er maar 6 die er meer dan 2% op vooruitgaan.

De meeste huishoudens met een bijstandsuitkering of een andere uitkering en gepensioneerde gaan er aardig op vooruit. Het beste af zijn echter de alleenstaanden met een inkomen tot € 30.000. Deze groep krijgt er 6,5% tot 8,0% bij. In het algemeen zien de lagere inkomens hun koopkracht het meest toenemen.

Tekorten goedmaken

Bij de berekeningen is het Nibud ervan uitgegaan dat de inflatie in 2023 op 3,5% uitkomt. De uitgaven zouden daarmee aanzienlijk minder stijgen dan met de 10% van het afgelopen jaar. In combinatie met een pakket overheidsmaatregelen zou dat wat lucht moeten geven om ontstane tekorten in te lopen. Ook gaat het Nibud uit van een bruto loonontwikkeling van 4,6%.

Nibud-directeur Arjan Vliegenthart: “Gezien de vele betalingsachterstanden die mensen het afgelopen jaar hebben opgelopen is het goed om te zien dat de portemonnee er dit jaar een stuk beter uit ziet. Of het genoeg is om alle achterstanden in te lopen, weten we niet. Mede omdat we moeten afwachten of de inflatie inderdaad op een fors lager niveau uitkomt dan vorig jaar. Maar ook omdat vanwege verschillende energiecontracten en verschillende woonsituaties de energierekening voor iedereen anders uitpakt. Veel mensen die zeker weten dat ze qua verbruik boven het energieplafond uitkomen, weten nu nog niet wat ze daadwerkelijk kwijt zullen zijn aan energiekosten. En die onzekerheid over een vaste maandelijkse rekening van honderden euro’s maakt het lastig om planmatig met geld om te gaan.”

Overheidsbeleid vooral gericht op inkomsten

Veel maatregelen die de overheid neemt, zijn erop gericht om de inkomens op peil te houden. Zo gaat de inkomstenbelasting in 2023 licht omlaag en stijgen bijna alle heffingskortingen. Ook veel toeslagen worden hoger. Het minimumloon en de uitkeringen die daaraan gekoppeld zijn, gaan omhoog. De hoogste inkomens en zelfstandigen krijgen echter minder aftrekposten.

De ontwikkelingen van de laatste tijd hebben echter laten zien dat het niet voldoende is om alleen naar het inkomen te kijken om te beoordelen of huishoudens inkomensondersteunende maatregelen nodig hebben. Zo waren er veel huishoudens met een relatief goed inkomen die door de hoge energierekening toch in de problemen kwamen. Het Nibud pleit er daarom voor om uitgavencijfers en persoonlijke omstandigheden zwaarder de laten meewegen bij het vaststellen van het beleid.

Arjan Vliegenthart: “Als we iets van de energiecrisis hebben geleerd is het dat mensen in een energieonzuinige woning of grote gezinnen noodgedwongen hogere energie-uitgaven hebben dan anderen. Daardoor kunnen zij meer moeite hebben met rondkomen dan anderen met hetzelfde inkomen. Het Nibud vindt het belangrijk dat mensen de zekerheid krijgen dat belangrijke basis- en nutsvoorzieningen voor iedereen bereikbaar en betaalbaar blijven, nu en in de toekomst.”

Bron: Nibud

GEEN REACTIES