Ingeperkte algemene zorgplicht in Wft definitief geregeld

De AFM kan alleen ingrijpen als er een evident onwenselijke of onvoorziene situatie ontstaat en aanpassing van het Bgfo niet kan worden afgewacht.

Minister Dijsselbloem heeft de Tweede Kamer gemeld geen bezwaar te hebben tegen het amendement ingediend door Aukje de Vries (VVD) en Wouter Koolmees (D66).

Met dit amendement wordt een lid toegevoegd aan het algemene zorgplicht-artikel dat vanaf 1 januari 2014 in de Wft is opgenomen (artikel 4:24 a).

Dat lid luidt als volgt:

• 3. De artikelen 1.75, 1.79 of 1.80 zijn slechts van toepassing indien:

  • a. een financiëledienstverlener niet op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht neemt of, indien hij adviseert, niet in het belang van de consument of begunstigde handelt;
  • b. een evident onwenselijke of onvoorziene situatie ontstaat; en
  • c. aanpassing van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 4:25, vanwege de ernst van de schending en de spoedeisendheid van de handhaving, niet kan worden afgewacht.

Het doel van dit amendement is om niet alleen in de Toelichting, maar ook in de wet zelf vast te leggen wanneer de toezichthouder op grond van de generieke zorgplicht handhavend kan optreden. Hiermee wordt wettelijk verankerd dat ingrijpen door de AFM op basis van schending van de generieke zorgplicht uitsluitend kan plaatsvinden in evident onwenselijke en onvoorziene situaties, als ingrijpen op basis van het al bestaande artikel 4:25 Wft vanwege de ernst en spoedeisendheid van de schending niet kan worden afgewacht. Artikel 4:25 Wft voorziet in nadere uitwerking van de algemene zorgvuldigheidsnorm bij algemene maatregel van bestuur.

Uitgangspunt dient te zijn dat eerst invulling van de zorgvuldigheidsnorm plaatsvindt bij algemene maatregel van bestuur (met parlementaire controle). Alleen als de totstandkoming of aanpassing van een algemene maatregel van bestuur niet kan worden afgewacht wegens het ernstige karakter van de schending en de spoedeisendheid van het ingrijpen (en uitsluitend zolang dit het geval is), kan de AFM handhaven op basis van de generieke zorgplicht.

Dijsselbloem laat “ het oordeel over dit amendement aan de Kamer”, die dit amendement met ruime meerderheid steunt. Naar verwachting komt het artikel over de algemene zorgplicht zoals die nu luidt als hamerstuk in de wet.

GEEN REACTIES