De Jager volhardt in eed/belofte voor alle medewerkers

Ondanks branchebrede bezwaren zullen alle medewerkers in de financiële sector de moreel-ethische verklaring moeten uitspreken.

In een brief biedt de minister de Tweede Kamer inzicht in de consultatie ‘uitwerking eed of belofte financiële sector’.

Hij geeft aan dat de meerderheid van de respondenten twijfels heeft over het nut van de voorstellen en zich afvraagt of hier sprake is van symboolwetgeving.

De Jager: “Zoals ik ook in mijn eerdere brief heb aangegeven vergt de door mij in de financiële sector gewenste cultuuromslag niet enkel wet- en regelgeving, maar heeft deze ook een sterke morele dimensie. Deze morele dimensie keert terug in het afleggen en ondertekenen van de moreel-ethische verklaring in de vorm van een eed of belofte. Dit moet plaatsvinden ten overstaan van een beleidsbepaler; een bestuurder van de onderneming. Het gaat daarbij niet enkel om het ondertekenen van de eed of belofte, maar ook om het uitspreken. Ik heb voor deze ceremonie gekozen om te benadrukken dat de waarden die de eed of belofte vertegenwoordigd zeer belangrijk zijn. Tevens kan een onderneming er voor kiezen om de eed of belofte zelf vorm te geven. Dit draagt bij aan het institutionaliseren van de eed of belofte, doordat de onderneming zelf met de vormgeving aan de slag gaat.”

Hij schrijft bij de vaststelling van de reikwijdte niet over één nacht ijs te zijn gegaan en te beseffen dat de administratieve lasten hoog zullen zijn. “Toch wil ik vasthouden aan een eed/belofte die door elke medewerker van elke financiële onderneming wordt afgelegd. Ik hecht er sterk aan dat niet enkel het hogere management een eed of belofte af zal gaan leggen, maar dat de gehele organisatie dit doet.

Het beleid van een onderneming wordt opgesteld door het management, maar dit betekent niet dat de medewerker op de werkvloer geen rol heeft in de wijze waarop dit beleid wordt vormgeven. Integendeel, het is de werkvloer die het beleid uitvoert door bijvoorbeeld producten te ontwikkelen, alsmede is het de werkvloer die klantcontact uitoefent. De werkvloer is vanuit die optiek even belangrijk als het management.”

De minister onderkent het probleem dat ontstaat als een medewerker de eedaflegging weigert. Hij kan zich voorstellen dat de werkgever dan de medewerker wegens werkweigering ontslaat.

Het proces van de verdere uitwerking verloopt via drie trajecten: de Wijzigingswet en het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013 en de ministeriële regeling. “Het Wijzigingsbesluit zal in de komende periode naar de Raad van State worden gestuurd voor advies, en voor het einde van dit jaar worden gepubliceerd in het Staatsblad. De ministeriële regeling verwacht ik in de komende maanden te publiceren, zodat ondernemingen voldoende gelegenheid wordt geboden om zich voor te bereiden op de maatregel. De voorziene inwerkingtredingsdatum van de eed of belofte is 1 januari 2013, maar is afhankelijk van de voortgang van de behandeling van de Wijzigingswet.”

GEEN REACTIES