Verzekeraar OHRA kiest bij schadeherstel van nu af aan voor reparatie in plaats van vervanging als dit mogelijk is. Volgens de verzekeraar is deze oplossing ook voor een verzekerde sneller, duurzamer en van hoge kwaliteit.
Op dit moment ontvangt de verzekeraar meer dan honderd schadeclaims per maand aan bezit of woning waarbij de verzekeraar van mening is dat vernieuwing niet noodzakelijk is. Het eigen herstelnetwerk van OHRA – een vaste groep gecertificeerde herstelbedrijven – voert het schadeherstel in deze gevallen voortaan uit.
Als reden voor deze omslag voert de verzekeraar aan dat de voordelen van duurzaam schadeherstel is ondersteund door de impactanalyse van duurzaamheidsexperts van het Impact Institute. Hieruit zou blijken dat het op deze wijze herstellen van bijvoorbeeld een schade aan keukenkastfrontjes of aanrechtbladen leidt tot respectievelijk 90 procent en 99,99 procent minder impact op klimaat en biodiversiteit in vergelijking met volledige vervanging. Het verschil in impact zou voornamelijk komen door sterk verminderd materiaalgebruik. Voor alle schadegevallen streeft de verzekeraar naar minimaal 65 procent duurzaam herstel van claims op woonverzekeringen.
Naast de verminderde impact op klimaat en biodiversiteit vindt de verzekeraar dat hun klanten ook veel andere voordelen hebben van deze werkwijze. Zo zou een hersteller sneller beschikbaar zijn dan een bedrijf dat een schade aan bezit of huis in het geheel vervangt en hoeven klanten de kosten van vervangen niet voor te schieten. Of de koersverandering ook leidt tot wijzigingen van de verzekeringspremie die consumenten betalen is niet bekend.
Bron: OHRA
