(Findinet) Wet herziening fiscale behandeling eigen woning

De lening moet daadwerkelijk in maximaal 30 jaar annuïtair worden afgelost en het KEW-regime vervalt.

Het kabinet heeft het wetsvoorstel Wet herziening fiscale behandeling eigen woning bij de Tweede Kamer ingediend.

Enkele belangrijke punten:

Een lening moet voortaan in maximaal 360 maanden (30 jaar) ten minste volgens een annuïtair aflossingsschema volledig worden afgelost. Het ten minste annuïtair aflossen wordt getoetst aan de hand van de (resterende) hoogte van de schuld en niet aan de hand van het in een jaar af te lossen bedrag. Daardoor voldoet bij voorbeeld ook een lening met een (contractueel en daadwerkelijk) lineair aflossingsschema aan de aflossingseis.

Deze aflossingsverplichtingen moeten bij het aangaan van de schuld zijn overeengekomen in de leningovereenkomst en moeten daadwerkelijk worden nageleefd. Indien een lening niet voldoet aan deze extra vereisten, komt de rente, ook al is de lening aangegaan ter verwerving, onderhoud of verbetering van een eigen woning, niet in aanmerking voor aftrek.

Zodra op een leningdeel te weinig wordt afgelost waardoor de omvang van de schuld hoger ligt dan die zou zijn conform het annuïtaire aflossingsschema, verliest dat leningdeel in beginsel het predicaat ‘eigenwoningschuld’ en is vanaf dat moment de rente niet meer aftrekbaar. Om te voorkomen dat tijdelijke (betalings)problemen direct leiden tot het verlies van renteaftrek, is in het wetsvoorstel een regeling opgenomen waardoor geen sprake is van het verlies van aftrek, mits een in een jaar opgelopen achterstand het volgende jaar wordt ingehaald. Indien deze tegemoetkomingen geen soelaas bieden, mag, in het uiterste geval dat belastingplichtige aannemelijk maakt dat sprake is van onvoldoende betalingscapaciteit, op grond van dit wetsvoorstel uiterlijk aan het eind van het vierde kalenderjaar volgende op het kalenderjaar waarin het eerste betalingsprobleem zich voordeed een nieuwe annuïteit voor de resterende looptijd worden vastgesteld zonder dat het recht op renteaftrek verloren gaat. Indien deze laatste tegemoetkoming geen uitkomst biedt, wordt het leningdeel vanaf het vierde jaar na het jaar waarin de betalingsachterstand is ontstaan niet meer aangemerkt als eigenwoningschuld.

Na 31 december 2012 kunnen nog steeds aflossingsvrije leningen worden afgesloten ter financiering van de eigen woning (met inachtneming van de 50%-aflossingseis uit de Gedragscode Hypothecaire Financieringen). Deze aflossingsvrije leningen worden evenwel niet meer fiscaal gefaciliteerd omdat ze niet meer kwalificeren als een eigenwoningschuld.

KEW vervalt

Aan het einde van de 30-jaarsperiode bestaat geen reden meer voor een uitkering uit een fiscaal gefaciliteerd product waarin gedurende die 30-jaarsperiode specifiek voor de aflossing van de lening is gespaard. Het KEW regime komt dan ook voor na 31 december 2012 afgesloten producten te vervallen.

Indien op of na 1 januari 2013 kapitaalverzekeringen, spaarrekeningen en beleggingsrechten worden aangegaan, zal de waarde van die kapitaalverzekeringen, spaarrekeningen en beleggingsrechten van meet af aan een onderdeel vormen van de grondslag voor de berekening van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3) ook al wordt contractueel bepaald dat de uitkering zal worden aangewend voor de aflossing van de eigenwoningschuld.

Kritiek Raad van State op eerbiedigende werking

De Raad van State vindt de eerbiedigende werking met betrekking tot bestaande leningen te ruim. De risico’s vanwege de hoge schuldenlast blijven daardoor te lang bestaan. De ruime eerbiedigende werking van het voorstel leidt bovendien tot ongelijkheid tussen kopers die vóór en kopers die op of na 1 januari 2013 een hypothecaire lening hebben afgesloten, vindt de Raad. “Deze ongelijkheid blijft nog vele jaren in stand (tot uiterlijk 1 januari 2044, de datum waarop het overgangsrecht voor bestaande hypotheken zal zijn beëindigd8 ). Door dit scherpe onderscheid tussen ‘oude’ gevallen en ‘nieuwe’ gevallen (veelal jongeren) ontstaat spanning tussen enerzijds degenen die blijven profiteren van de maximale hypotheekrenteaftrek, en anderzijds degenen die volledig onder het nieuwe regime zullen vallen. Het zijn vooral de starters die de nadelige gevolgen van de beperking van de hypotheekrenteaftrek ondervinden, terwijl juist voor hen in het bijzonder het stimuleren van het eigenwoningbezit van belang is. En het zijn bovendien de starters die de woningmarkt weer enigszins in beweging zouden kunnen brengen.”

Het kabinet brengt het nodige in tegen deze visie in haar nader rapport. “Het belangrijkste argument om ‘bestaande’ leningen volledig te eerbiedigen, is dat burgers met dergelijke leningen langdurige financiële verplichtingen zijn aangegaan en bij het aangaan van die verplichtingen erop hebben vertrouwd dat de betaalde rente over een aflossingsvrije lening (al dan niet gekoppeld aan een spaar- of verzekeringsproduct) fiscaal zou worden gefaciliteerd.”

GEEN REACTIES