Wat Wiebes vergat te vertellen over nettopensioen

Herman Kappelle pleit ervoor om voor het partnerpensioen op risicobasis de aftopping van het pensioengevend salaris te laten vervallen.

Ook pleit hij “voor het eerlijke en volledige verhaal van onze bewindslieden”.

Aanleiding voor die laatste opmerking is de manier waarop staatssecretaris Wiebes senator De Lange (OSF) afscheepte met een niet volledig verhaal.

Het gaat om het feit dat door de wijzigingen van het Witteveenkader niet alleen de opbouw van het ouderdomspensioen naar beneden gaat, maar ook het daaraan gekoppelde partnerpensioen.

Kappelle: “Een arbeidsongeschikte deelnemer die premievrijstelling heeft gekregen, is vaak niet meer in dienst bij de werkgever. Hij profiteert dus niet van een eventuele compensatie in de andere arbeidsvoorwaarden. Zijn pensioenopbouw gaat bij een pensioenfonds echter wel naar beneden. Zeker als hij meer dan een ton verdient. Een 40-jarige deelnemer die een salaris van € 150.000 verdiende, ziet het pensioen ten behoeve van zijn partner met bijna € 18.000 per jaar dalen als hij na 1 januari 2015 dood gaat.”

Vindt een werknemer deze beperking ongewenst, dan zal hij daarvoor zelf een voorziening moeten treffen, al dan niet via een netto lijfrente, is de opvatting van Wiebes. De Lange wees er in dat verband op dat een arbeidsongeschikte deelnemer zich niet via een nettolijfrente kan bijverzekeren omdat hij niet door de medische keuring komt. Geen probleem, reageerde Wiebes, omdat we naast een nettolijfrente ook een nettopensioen kennen. ““De nettolijfrenteproducten in de tweede pijler vallen onder de Pensioenwet. Daarvoor geldt een acceptatieplicht, dus ook voor partijen met een inkomen boven een ton die het risico partnerpensioen willen herverzekeren.”

Die laatste opmerking schoot in het verkeerde keelgat bij Herman Kappelle, blijkt uit een blog op zijn website.

Niet het hele verhaal

“Wiebes vertelt niet het hele verhaal. Het klopt dat een pensioenverzekeraar niet mag keuren. Maar, verzekeraars mogen op grond van het Convenant toegang tot aan arbeid gerelateerde verzekeringen wel een uitsluitingsclausule hanteren. Deze clausule houdt in de verzekeraar niet hoeft uit te keren als de deelnemer binnen een jaar doodgaat en dit op grond van zijn gezondheidstoestand bij aanvang van de verzekering verwacht kon worden.

Dergelijke gevallen legt de verzekeraar dan voor aan het bindende oordeel van de onafhankelijke Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens. Op zich is dit ook heel begrijpelijk. Het wezen van het verzekeringsbedrijf is het vooraf inschatten en prijzen van risico’s. Voor een pensioenverzekering mag de verzekeraar het risico op grond van de WMK niet vooraf inschatten. Om selectie tegen de verzekeraar te voorkomen, is de uitsluitingsclausule noodzakelijk. Als wij als samenleving vinden dat mensen risico’s moeten kunnen dekken, zonder inschatting voor- en achteraf, is daar op zich niks mis mee. Maar dan moeten we een dergelijke ‘verzekering’ niet door een verzekeraar laten uitvoeren. Dat is dan een taak van de overheid via een volksverzekering. Overigens hanteert de overheid zelf bij de Anw een soortgelijke uitsluitingsclausule!

Een arbeidsongeschikte deelnemer heeft een (aanzienlijk) hogere overlijdenskans dan gemiddeld. Ook de kans dat hij doodgaat aan iets wat hij bij aanvang van de verzekering al had, is groot. Hij is immers arbeidsongeschikt. De geruststelling van Wiebes is dus niet van toepassing op de arbeidsongeschikte deelnemers die doodgaan binnen een jaar nadat zij in de tweede pijler een nettopartnerpensioenregeling afsloten. En dat had hij er wat mij betreft moeten bij vertellen!.

Voor het arbeidsongeschiktheidspensioen is de aftopping van het pensioengevend salaris volgens het kabinet niet nodig. Het is een inkomen vervangende uitkering en er geen sprake is van (verkapte) vermogensvorming. Een deelnemer kiest er niet voor arbeidsongeschiktheid te worden. Dat overkomt hem. En dat geldt ook voor de partner. Die kiest er niet voor om weduwe te worden. Ook dat overkomt haar. Daarom pleit ik ervoor om ook voor het partnerpensioen op risicobasis de aftopping van het pensioengevend salaris te laten vervallen. En, voor het eerlijke en volledige verhaal van onze bewindslieden.”

Herman Kappelle is directeur van Aegon Adfis en bijzonder hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht aan de VU.

De volledige blog is te lezen op de website van Herman Kappelle

GEEN REACTIES