Tussenvariant pensioen zet verzekeraar en PPI op achterstand

Het pensioencontract in het nieuwe FTK-wetsvoorstel kan onmogelijk uitgevoerd worden door verzekeraars en PPI’s.

Het in 2011 gesloten pensioenakkoord was volledig toegesneden op het knoppensysteem dat exclusief is voorbehouden aan pensioenfondsen. Anders dan verzekeraars en premiepensioeninstellingen kunnen pensioenfondsen tussentijds het contract aan veranderende omstandigheden aanpassen. Verzekeraars en PPI’s dienen de met de pensioendeelnemers gesloten overeenkomst gedurende de looptijd te eerbiedigen. Zij kunnen tussentijds de premie niet verhogen en ook van afstempelen kan geen sprake zijn.

De regering heeft toegezegd te onderzoeken op welke manier een (min of meer) gelijk speelveld voor de diverse pensioenuitvoerders gecreëerd kan worden. Met de introductie van het reële pensioencontract leek daarvoor een opening te ontstaan. Maar in het komende FTK-voorstel is het zuivere reële contract niet meer terug te vinden. De staatssecretaris heeft immers aangekondigd dat zij één FTK gaat voorstellen, een tussenvariant die de voordelen van het nominale en het reële contract combineert. Een contract waarbij het systeem blijft bestaan dat pensioenfondsen in geval van nood aan de contractknoppen kan draaien. Daarmee lijkt het gelijke speelveld tussen fondsen enerzijds en verzekeraars en ppi’s anderzijds weer verder weg.

Vera Hek van AEGON Adfis geeft dan ook het volgende commentaar op het komende wetsvoorstel:

“Er is geen eenduidige keuze gemaakt voor het reële ambitiecontract. Het kader blijft gericht op het realiseren van een geïndexeerde pensioentoezegging. De opgebouwde aanspraken worden op dezelfde manier beschermd als in de huidige systematiek het geval is, maar er wordt veel explicieter gemaakt hoe moet worden omgegaan met risico’s. Het korten van aanspraken blijft het uiterste middel.
Onduidelijk is nog de positie van pensioenverzekeraars. Het FTK geldt voor pensioenfondsen en niet voor verzekeraars. In het Uitwerkingsmemorandum Pensioenakkoord van de StAR uit juni 2011 is uitdrukkelijk als uitgangspunt opgenomen dat ook verzekeraars het nieuwe pensioencontract moeten kunnen uitvoeren. In het consultatiedocument Voorontwerp van wet reële ambitieovereenkomst stelde de staatssecretaris dan ook niet de vraag of verzekeraars het nieuwe contract zouden moeten kunnen uitvoeren, maar zegt zij nog niet in te gaan hoe verzekeraars dit zouden moeten kunnen. In de tussenvariant blijft echter sprake van afstempelen als laatste redmiddel en gaan we er alleen beter over communiceren.

Om ook verzekeraars een ‘zacht’ contract te kunnen laten uitvoeren is verdere aanpassing van de Pensioenwet noodzakelijk. Voor een gelijk speelveld tussen pensioenfondsen en verzekeraars is dat dus nodig.”

GEEN REACTIES