Tariefaanpassing hypotheekrenteaftrek in wetvoorstel

Het wetsvoorstel Maatregelen woningmarkt 2014 regelt onder meer de vermindering belastingaftrek met betrekking tot de vierde schijf.

Zoals in het regeerakkoord al is aangekondigd wordt de hypotheekrenteaftrek voor zover die wordt genoten in de vierde schijf jaarlijks met 0,5% afgebouwd tot het percentage dat voor de derde schijf van toepassing is. Voor 2014 betekent dit dat de aftrek beperkt wordt tot 51,5%.

Volgens de huidige percentages wordt het aftrekpercentage teruggebracht tot 42% (het geldende tarief voor de derde schijf). Maar de regering neemt de motie van de Tweede Kamer over waarin verzocht wordt de aftrek uiteindelijk te beperken tot 38%.

Om die reden wordt in het wetsvoorstel het gecombineerde tarief van de tweede en derde schijf stapsgewijs verlaagd van 42% naar 38%.

Tegenover de invoering van de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning staat dat de opbrengst als gevolg van die tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning één-op-één wordt teruggesluisd in de vorm van de verlenging van de derde schijf. Ook deze terugsluis vormt onderdeel van dit wetsvoorstel. “Van deze terugsluis profiteert met name de door de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning getroffen groep”, aldus de Memorie van Toelichting, “omdat het aandeel belastingplichtigen dat aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning vergeldt tegen het tarief in de vierde schijf als percentage van het totaal aan belastingplichtigen waarvoor het tarief in de vierde schijf het marginale tarief is, in vergelijking met de situatie in de eerste, tweede en derde schijf, hoog is. Deze maatregel geldt voorts voor alle eigenwoningbezitters die aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning vergelden tegen het tarief in de vierde schijf en raakt dus alle zogenoemde ‘bestaande’ en ‘nieuwe gevallen’.

Aangezien de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning zeer geleidelijk wordt ingevoerd en de opbrengst daarvan zo veel mogelijk naar de door de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning getroffen groep wordt teruggesluisd, zijn de inkomenseffecten, zeker de eerste jaren, beperkt.”

Daarom vindt de regering het verantwoord om de maatregel onmiddellijk te laten ingaan en vindt zij eerbiedigende werking voor bestaande gevallen niet nodig.

Doordat de maatregel is vormgegeven als tariefsmaatregel en niet als grondslagmaatregel, blijven alle thans bestaande aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning voor de bepaling van de grondslag volledig aftrekbaar. De tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning heeft dus geen invloed op de bepaling en de hoogte van het belastbare inkomen uit werk en woning. Daardoor zijn er geen gevolgen voor het recht op inkomensafhankelijke regelingen.

Dit wordt toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden in de Memorie van Toelichting op pag. 21.

Het wetsvoorstel behandelt verder uitvoerig de verhuurdersheffing voor 2014 en volgende jaren en implementeert de diverse beleidsbesluiten die vooruitliepen op deze wet, zoals:

Besluit bouwrente

Besluit startersleningen

Besluit gedeeltelijk aflossen bestaande woningschuld

Besluiten m.b.t. overgangstermijn KEW

Besluit ondernemingswoning en

Besluit over de gevolgen van de verstreken periode van de 30-jaarstermijn voor de aflossingseis.

Daarnaast worden wijzigingen voorsgteld die verband houden met het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014. Het gaat dan om de fiscale maatregelen die verband houden met de regel dat bij faillissement van een bank de spaarrekening eigen woning met de daartegenover staande schuld tot hun gemeenschappelijk beloop opeisbaar worden en dat de daadwerkelijke verrekening van het verbonden deposito met de schuld van rechtswege plaatsvindt.

GEEN REACTIES