Steeds meer mensen laten hypotheekschuld na

Strengere rekenregels voor pensioenfondsen vanaf 2021
© Pixabay

Het aantal mensen dat bij overlijden de hypothecaire lening nog niet heeft afgelost, en dus nabestaanden mogelijk opzadelt met een schuld, stijgt elk jaar verder.

Dat blijkt uit statistieken van het CBS die vandaag zijn vrijgegeven. In 2018 (meest recente cijfers) overleden 30.500 mensen, met een totale hypotheekschuld van bijna 2,4 mrd euro. Gemiddeld betekent dit een schuld per overlijdensgeval van zo’n 78.000 euro. Een jaar eerder ging het nog om duizend overledenen minder, terwijl de totale schuld in 2017 uitkwam op ruim 2,3 mrd euro.

In 2015 was het aantal overledenen met een hypotheekschuld nog 27.800, met een totaalbedrag van bijna 2,2 mrd. Weer vijf jaar eerder waren dit bijna 23.000 met een totale hypotheekschuld van 1,7 mrd. De gemiddelde schuld per overlijdensgeval was wel lager dan in 2018 (73.000 euro).

Interessant is wanneer de ‘schuldgevallen’ worden afgezet tegen de overledenen met een eigen woning. In 2018 lieten 52.200 mensen een eigen woning na met een totale waarde van 9,8 mrd euro. Dat betekende dat bijna 60% van hen de schuld niet volledig had afbetaald. Wel is er sprake van een forse overwaarde van 7,4 mrd euro. Of enigszins morbide gesteld: de LTV van de ‘nagelaten hypotheekportefeuille’ kwam uit op bijna 25%.

In 2017 lag deze ‘LTV’ nog een procentpunt hoger op 25,5%. Nog verder terugkijkend: in 2015 lag dit cijfer op 26,7% en in 2010 op 20,8%. Uit dat laatste cijfer zou je kunnen concluderen dat de aflosdiscipline voor 2010 hoger was dan in het decennium daarna. Wellicht wordt het door ouderen als minder problematisch gevonden om tijdens hun pensioenperiode niet al te spaarzaam te zijn.

Verder laten overledenen uiteraard spaargeld en effecten na. Daar valt op dat verhoudingsgewijs veel minder mensen waardepapieren nalaten, maar wanneer dat wel gebeurt het meteen om een fors bedrag gaat. In 2018 was het gemiddelde ‘effectenbedrag’ per overlijden bijna twee ton tegenover een enigszins bescheiden bedrag aan spaargeld van 38.000. Dit verschil is flink groter dan in 2015 (167.000 tegen 37.000) en 2010 (113.000 tegen 40.000).

 

GEEN REACTIES