Solvabiliteit zorgverzekeraars zakt na Solvency II naar 131,6%

Door de uitleg die DNB geeft aan de nieuwe buffereisen daalt de aanwezige solvabiliteit van 215,7% naar 131,6%.

Zorgverzekeraars Nederland heeft berekend dat de vereiste solvabiliteit van de gezamenlijke zorgverzekeraars van 4,3 miljard euro nu onder Solvency II zal stijgen naar 7,4 miljard euro. Daar blijft de aanwezige solvabiliteit van naar schatting 9,8 miljard euro in 2016 niet ver boven. Het goede nieuws is, aldus ZN, dat de zorgverzekeraars dankzij hun prudent financieel beleid nu al aan die eis voldoen en daar straks geen enorme premieverhoging voor nodig is.

Met deze concrete cijfers pareert ZN de kritiek op hun hoge reserves die zorgverzekeraars vaak krijgen. “Dit suggereert volkomen ten onrechte dat zij baat zouden hebben bij 9 miljard euro ‘op de plank’. ZN vindt dat die kritiek is gericht aan het verkeerde adres. Zorgverzekeraars kunnen niet anders dan de wettelijke eis die DNB voorschrijft als uitgangspunt nemen. In het licht van invoering van Solvency II zijn de huidige solvabiliteitsratio’s uitermate verantwoord. De invoering van Solvency II laat ook zien dat deze ratio zeker geen overbodige marge is en dat zo grote premieschommelingen kunnen worden voorkomen.”

Solvency-eisen te hoog

Overigens vindt Zorgverzekeraars Nederland dat de vereiste reserves niet in verhouding staan tot de werkelijke risico’s. De risico’s die zorgverzekeraars lopen zijn nooit vergelijkbaar met die van schade- en levensverzekeraars of van aanvullende zorgverzekeraars in het buitenland.

Wat ZN vooral dwars zit is, dat DNB kiest voor een zogenoemde brede premiedefinitie, waarbij zij de nominale en inkomensafhankelijke premie bij elkaar optellen.
“De keuze voor een brede premiedefinitie betekent dat de grondslag voor de solvabiliteitseis verdubbelt van 20 naar 40 miljard euro. Bovendien zijn de parameters die onder Sovency II worden gehanteerd gebaseerd op Europese aanvullende zorgverzekeraars die te maken hebben met veel hogere risicoprofielen.” Met het oog op het Nederlandse risicovereveningsmodel heeft het ministerie van Financiën nog wel gepleit voor de zogeheten HRES (Health Risk Equalisation System Solvency II). De HRES zou moeten zorgen dat de richtlijn Sovlency II rekening kan houden met verzekeringssystemen waarbij sprake is van risicoverevening, maar een echte uitzondering op de Nederlandse situatie heeft Europa niet willen maken.

Daarom pleit ZN-directeur Pieter Hasekamp in een brief aan de Tweede Kamer ervoor dat DNB een smalle premiedefinitie hanteert waarmee de grondslag voor de solvabiliteitseis wordt gehalveerd naar 20 miljard

GEEN REACTIES