Schadeverzekeraars zien concurrentie van buitenlandse risicodragers toenemen

Schadeverzekeraars zien concurrentie van buitenlandse risicodragers toenemen
© Pixabay

Buitenlandse verzekeraars hebben de afgelopen drie jaar hun premievolume weten te vergroten tot ruim 10% van de Nederlandse schademarkt, meldt adviesbureau IG&H na eigen onderzoek. Dit heeft een forse impact op het verzekeringslandschap. Nederlandse maatschappijen moeten weer op zoek naar hun onderscheidend vermogen.

Steeds meer buitenlandse risicodragers betreden de Nederlandse verzekeringsmarkt. Zij worden daarbij geholpen door mismatch tussen klantvraag en aanbod, door stijgende premies, harmoniserende wetgeving én professionaliserende adviseurs.

Cijfers inzichtelijk gemaakt
Exacte cijfers waren tot nu toe nog onbekend, omdat de nieuwe toetreders niet aan DNB rapporteren. IG&H combineerde interviews met publieke en eigen data en wist daarmee cijfers inzichtelijk te maken.

Waar Nederlandse risicodragers de afgelopen jaren met amper 3% per jaar zijn gegroeid, hebben buitenlandse risicodragers een jaarlijkse groei van meer dan 10% weten te noteren tot zo’n €1.6 miljard bruto geschreven premies in 2018. Daarmee hebben zij nu meer dan 10% van de Nederlandse schademarkt in handen. Deze 10% gaat overigens over buitenlandse risicodragers die nog nooit in Nederland hebben gerapporteerd, dus exclusief bijvoorbeeld Allianz en Amlin.

Het premievolume is nog sterk geconcentreerd, zo’n 80% van dat premievolume wordt nog geleverd door risicodragers die al langere tijd in Nederland actief zijn (bijv.: Chubb, AIG en Lloyd’s). Het ligt echter in de lijn der verwachting dat deze onderverdeling de komende jaren een minder geconcentreerd beeld gaat laten zien.

Nieuwe spelers
Nieuwe spelers zoals Starstone, China Taiping en CNA Hardy breiden stap voor stap het aantal volmachten uit, waarbij zij zich voornamelijk focussen op de zakelijke schadeverzekeringen bij de grotere, professionele advieskantoren en serviceproviders. Ze geven daarbij gericht aan te willen groeien en zijn naarstig op zoek naar tekencapaciteit. Daarnaast leren interviews dat de risicodragers zich organiseren voor de langere termijn, onder andere door installatie van Nederlands management met ervaring in de markt.

Traditionele verzekeraars onder druk
Deze groei van buitenlandse risicodragers heeft forse impact op het Nederlandse verzekeringslandschap. Traditionele full-service verzekeraars komen verder onder druk te staan. Waar in het verleden succesvolle en winstgevende activiteiten in de Nederlandse schademarkt te realiseren vielen via één van drie waardeketenrollen (full-service verzekeraar, volmacht, adviseur), heeft de rol als sec underwriter nu ook definitief zijn succesvolle entree gemaakt.

Dat maakt dat verzekeraars nu ook aangevallen worden op een onderdeel van de waardeketen waar ze relatief onaangetast konden opereren. Daar komt bovenop dat buitenlandse partijen de voordelen kunnen plukken van internationale diversificatie en een vaak meer kapitaalkrachtige positie, waardoor zij sterke kaarten in handen hebben voor deze positie.

Zoektocht naar onderscheid
Dit betekent niet dat traditionele full-service verzekeraars direct buiten spel staan. Maar in de zoektocht naar onderscheid zullen veel Nederlandse verzekeraars wél genoodzaakt zijn zich meer te verdiepen in specifieke doelgroepen en risico’s. Het is daarbij van belang dat ze echte meerwaarde leveren door diepgaand begrip van lokale klantbehoeften, (datagedreven) expertise en uitbreiding van hun aanbod met aanpalende diensten.

Wanneer ze totaaloplossingen bieden in plaats van sec verzekeringen, kunnen ze zich onderscheiden van buitenlandse concurrenten. Voor buitenlandse risicodragers is de Nederlandse markt immers een relatief klein deel van hun totale portefeuille. Ook ontbreekt het hun vaak aan specifieke (doelgroep)kennis over Nederland.

Bron: IG&H

GEEN REACTIES