Ook kostprijsmodel als apart bedrijfsonderdeel bemiddelt

De AFM ziet nog ruimte voor verbetering van de kostprijsmodellen van aanbieders, die kunnen leiden tot aanpassing van de tarieven.

De AFM heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar het berekenen en het rechtstreeks in rekening brengen van advies- en distributiekosten door directe aanbieders. Dit heeft geleid tot een brief aan de aanbieders waarin een aantal aandachtspunten is opgenomen.

De AFM heeft geconstateerd dat de directe aanbieders “een grote inspanning hebben geleverd om invulling te geven aan de regels rondom het rechtstreeks in rekening brengen van advies- en distributiekosten en de ontwikkeling van een kostprijsmodel. Deze regels zijn nieuw en hebben (deels) een open karakter. Het is begrijpelijk dat partijen hebben moeten zoeken naar een adequate invulling van deze regels.”

Wel ziet de toezichthouder nog ruimte voor verbeteringen, die in individuele gevallen leiden tot aanpassingen in de tarieven. “Dat is belangrijk, omdat de consument mede op basis van de tarieven in het dienstverleningsdocument een goede keuze moet kunnen maken voor een financiële dienst. De AFM roept marktpartijen op om deze verbeteringen zo snel mogelijk door te voeren, en om waar nodig de tarieven voor 2014 hierop aan te passen.”

De AFM noemt alsconcrete onderwerpen onder meer:

De kosten van internetmarketing

De AFM ziet dat aanbieders steeds vaker gebruik maken van internet marketing methodes zoals Google Adwords of Affiliate Marketing programma’s bij producten die onder het provisieverbod vallen. Dit geldt in het bijzonder bij uitvaartverzekeringen. De AFM is van mening dat de kosten die met deze reclame gepaard gaan, moeten worden opgenomen in het kostprijsmodel om de distributiekosten te bepalen.

De AFM meent dat het gebruik van Google Adwords of Affiliate Marketing programma’s in ieder geval als reclame voor de dienstverlening geldt, als deze reclame-uitingen direct doorlinken naar een webpagina waarop het product kan worden afgesloten. Deze reclame-uitingen zijn er in hun werking namelijk rechtstreeks op gericht om een overeenkomst te sluiten via het directe kanaal van de aanbieder. 

De kosten die gemoeid zijn met deze reclame-uitingen zijn te beschouwen als reclamekosten voor de distributiedienst van de aanbieder. Dit soort reclamekosten behoort te worden meegenomen in de berekening van de distributiekosten volgens het kostprijsmodel.

Kostprijsmodel als bemiddeling in een apart bedrijfsonderdeel is ondergebracht

Uit het onderzoek van de AFM naar de berekening van de advies- en distributiekosten blijkt dat voor bepaalde vormen van dienstverlening geen kostprijsmodel is opgesteld, omdat de rechtspersoon die de advies- en/of bemiddelingsdienst levert formeel juridisch gezien niet de aanbieder van het financiële product is. In de praktijk behoren beide entiteiten echter volledig tot dezelfde groep.

Omdat zowel de dienstverlening als het financiële product onder dezelfde merknaam worden aangeboden is het voor de consument niet mogelijk om onderscheid te maken tussen de verschillende rechtspersonen. Daarnaast benadert de consument deze (groep van) ondernemingen vaak via dezelfde website en hetzelfde callcenter. In de praktijk zal de consument zich in deze gevallen niet realiseren dat hij met twee verschillende (juridische) partijen te maken heeft.

De AFM is van mening dat deze aanbieders een kostprijsmodel moeten opstellen. Dit is ook in lijn met de eis dat wanneer de aanbieder werkzaamheden uitbesteedt aan een derde – al dan niet binnen de groep – de advies- en distributiekosten van deze derde ook moeten worden meegenomen. Dit betekent dat de aanbieders die via een andere entiteit, behorende tot dezelfde groep, onder dezelfde merknaam advies- en bemiddelingsdiensten verrichten de kosten voor deze dienstverlening (de advies- en distributiekosten) van die entiteiten in het kostprijsmodel moeten opnemen.

De AFM verwacht dat zij in 2014 een kostprijsmodel opstellen voor de berekening van de advies- en distributiekosten. Dat betekent dat de advies- en bemiddelingskosten van deze juridische entiteit in het kostprijsmodel van de aanbieder moet worden opgenomen.

GEEN REACTIES